Overslaan en naar de inhoud gaan

Beleidsplanning en beleidsparticipatie

1. Samenwerking kernactoren

(p. 20-33 en 47-50)

Ondanks het belang van een goede samenwerkingsrelatie, stellen we vast dat ongeveer een derde van de bevraagden ontevreden is over de samenwerking met één van de andere kernactoren: 

  • 32% jeugdambtenaren vindt de relatie met de schepen onduidelijk. Bij de schepenen is dat zelfs 39%. 26% van de ambtenaren en schepenen is ontevreden over de onderlinge relatie 

  • 24% jeugdambtenaren vindt de relatie met de jeugdraad onduidelijk (t.o.v. 33% bij de jeugdraders). 20% ambtenaren is ontevreden over die relatie. Bij de jeugdraders is dat zelfs 30% 

  • 33% jeugdraders vindt de relatie met de schepen onduidelijk (t.o.v. 19% van de schepenen). 31% van de jeugdraders is ontevreden over die relatie (t.o.v. 17% van de schepenen) 

  • Zo’n 10% van de kernactoren is ontevreden over beide samenwerkingsrelaties

 

Jeugdambtenaren wensen dat hun input vaker gevraagd wordt vanuit het beleid. Een groot deel wil een sterkere positie als expert in het beleidsproces. 

  • 46% van de jeugdambtenaren wil verandering in de politiek-ambtelijke verhouding (t.o.v. 15% schepenen). 

Dit zou de kwaliteit van het jeugdbeleid ook ten goede komen. Want de jeugdambtenaar blijft een essentiële schakel in het beleidsproces. 

Uit de analyses blijkt dat de tevredenheid over onderlinge relaties gelinkt is aan gelijklopende visies. Een pleidooi dus voor meer communicatie, transparantie, betrokkenheid en een nauwere samenwerking tussen de kernactoren. 

 

  1. Werk vanuit het beleid (en de administratie) aan meer transparantie rond het jeugdbeleid. Communiceer intern en extern over de stand van zaken, over genomen beslissingen, over de ruimte die er is voor inspraak...

  2. Creëer een structureel overleg tussen de drie kernactoren (bv. driehoeksoverleg). Spreek daar je verwachtingen naar elkaar uit en verduidelijk de rollen. Woon als schepen het jeugdraadoverleg consequent bij 

  3. Plan een driehoeksgesprek in en gebruik de visieteksten van Bataljong rond ‘breed jeugdbeleid’, ‘beleidsparticipatie’ en ‘regie vrije tijd’ om de onderlinge visies op het jeugdbeleid te stroomlijnen 

  4. Wil je als jeugdraad je taak en rol scherpstellen? Boek je vorming ‘basics en werking jeugdraad’

“Bij ons is er het driehoeksoverleg. Wij zitten elke maand samen. Dat is een heel open communicatie. De schepen en jeugdambtenaar
vertellen naar ons toe waar ze mee bezig zijn en wij kunnen daarop inpikken en koppelen dan weer terug naar de gehele jeugdraad.
Onze schepen staat heel dicht bij ons en dat is wel belangrijk.”
Voorzitter jeugdraad

2. Jeugdbeleid in het MJP 

(p. 40-47) 

  • 88% van de ambtenaren en schepenen zijn tevreden over de wijze waarop het jeugdbeleid in het MJP staat 

Toch zijn er wat kritische noten te horen over bepaalde aspecten, vooral onder ambtenaren en jeugdraders: 

  • Jeugdambtenaren zijn tevreden over de uitvoerbaarheid (68%) en helder taalgebruik (64%). Ze zijn ontevreden over de zichtbaarheid (24%) en het ambitieniveau (20%) 

  • Jeugdraders zijn tevreden over de uitvoerbaarheid (86%), maar eveneens ontevreden over het ambitieniveau (20%) 

Het beeld over de drie actoren samen is dat ze relatief minder tevreden zijn over de zichtbaarheid en de onderbouwing. Onderbouwing gaat over de verzamelde input voor de opmaak. Vaak was er amper sprake van diepgaande en brede input. Hoewel er onder ambtenaren tevredenheid is over het helder taalgebruik, is dat onder jeugdraders niet even breed gedragen: 

 

Over het algemeen zijn de drie kernactoren tevreden over het planproces. Wederom zijn de jeugdraders en jeugdambtenaren het minst tevreden. 

  • 36% jeugdambtenaren en 25% jeugdraders is ontevreden over het planproces. Bij de schepenen is dit 9%. Bij de jeugdraders zien we een positieve evolutie t.o.v. de eenmeting. Toen was 46% ontevreden 

  • 22% van de jeugdraders werd niet betrokken bij het gedeelte jeugdbeleid in het MJP. 37% is ook ontevreden over de mate waarin hun advies werd meegenomen 

Niet alle jeugdraden worden betrokken of merken dat er gevolg gegeven wordt aan hun advies. Terwijl we zien dat impact hebben net een katalysator is voor hun engagement. 

De tweemeting ging ook na in hoeverre de kernactoren de inspanningen die ze leverden bij de opmaak van het jeugdbeleid in het MJP in verhouding stonden tot de meerwaarde van dat plan. Op vlak van planlust versus planlast is er over het algemeen een goede verhouding tussen inspanningen en resultaten.  

  • 47% van de jeugdambtenaren, 63% van de schepenen en 56% van jeugdraders vindt de verhouding ideaal 

Vooral jeugdambtenaren vinden inspanningen soms te hoog (37%). Bij jeugdraders vindt 40% dat de inspanningen te laag zijn. Wat suggereert dat deze jeugdraders vonden dat ze te weinig betrokken waren bij het planproces. 

 

 

  1. Vertrek voor de opmaak van het jeugdbeleid in het meerjarenplan vanuit een transparante planning en een gedragen plan van aanpak. De betrokkenheid van jeugdambtenaren als spil van lokaal jeugdbeleid is cruciaal in het planproces. Gebruik de expertise die zij binnenbrengen 
  2. Zorg voor een begrijpbare vertaling van beleidsdocumenten voor jeugdraders, maar evengoed voor alle inwoners. Het is niet alleen een kwestie van ‘versimpelen’, maar ook een kwestie van het ondersteunen en versterken van jeugdraders 
  3. Begrijp je als jeugdraad niet goed wat in het meerjarenplan staat? Vraag je schepen en jeugdambtenaar om een toelichting van de acties die de leefwereld van kinderen en jongeren raken. Weet je niet goed wat het MJP is? Bekijk deze video en vraag je schepen en ambtenaar om dit te vertalen naar jouw gemeente 
  4. Ook als jeugdraad kan je het meerjarenplan zichtbaar maken voor jongeren. Jeugdraad Beernem bouwde een website om hun strijdpunten voor het meerjarenplan te communiceren en op te volgen 
  5. Als jeugdraad kan je zelf bevragingen doen of input verzamelen voor het meerjarenplan. Wacht dus niet af tot je zelf gevraagd wordt input te leveren. Verzamel stemmen van kinderen en jongeren in je gemeente via bevragingen, interviews, een belevingsonderzoek… Je kan hiervoor gebruik maken van de gratis webtool AanstekersHier vind je de info. 
  6. Wil je als jeugdraad je prioriteiten (of die van kinderen en jongeren in je gemeente) voor het nieuwe meerjarenplan aan het bestuur duidelijk maken? Stel een memorandum op en bezorg dit aan je schepen of schepencollege in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezing


3. Het MJP als werkinstrument 

(p. 57-58 en 61-63) 

Voor een grote groep van de jeugdambtenaren vormt het MJP een handig werkinstrument voor het dagelijkse handelen.  

  • 65% jeugdambtenaren gebruikt het MJP bij het uitwerken van acties. 65% kan dit nu meer dan bij het vorige MJP 

  • 68% jeugdambtenaren baseert zijn dagelijkse handelen op het MJP. 47% doet dit nu meer dan vroeger 

Een derde gebruikt het MJP niet. De reden? Het terugkerend beleid maakt geen deel uit van het meerjarenplan, maar maakt nog altijd het leeuwendeel van het takenpakket van veel jeugdambtenaren uit.

We zien bovendien dat het MJP in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners vaker als werkinstrument gebruikt wordt (p. 58). Mogelijks omdat grotere steden vaak nog met een apart jeugdactieplan werken. 

Een derde van de lokale besturen stuurde het meerjarenplan al tussentijds bij. Als er werd bijgestuurd, dan was dat op budgettair vlak, inhoudelijk (o.a. rond kindvriendelijkheid), op vlak van samenwerkingsverbanden (bv. rond een IGS) of rond jeugdinfrastructuur. 

 

  1. Grijp de mogelijkheid om het MJP bij te sturen aan, zeker nu de impact van de coronapandemie op langere termijn zichtbaar begint te worden. Denk aan thema’s als kind- en jeugdvriendelijke publieke ruimte, outreachend werken, jeugdwelzijnswerk, kinderarmoede, afstemming met politie die (opnieuw) veel actueler geworden zijn 
  2. Neem zo’n bijsturing meteen ook als aangrijpingspunt om in te zetten op beleidsparticipatie van kinderen en jongeren. Wacht niet tot de start van de nieuwe legislatuur om input te verzamelen, jonge inwoners te betrekken en voeling te houden met wat er in je lokale context leeft 
  3. Vergeet als jeugdraad niet dat de gemeente het meerjarenplan jaarlijks kan bijsturen. Was je te weinig betrokken bij de opmaak? Je kan nog altijd wegen op de uitvoering. Analyseer het jeugdbeleid in je gemeente, maak nieuwe prioriteiten en zet ze op de agenda. Haal eventueel je memorandum van onder het stof 


4. Betrokkenheid kernactoren bij opvolging jeugdbeleid 

(p. 58-61) 

 

 

  • 52% jeugdambtenaren en 87% schepenen is maandelijks of vaker betrokken bij de opvolging van het jeugdbeleid. 48% jeugdambtenaren wordt sporadisch of nooit betrokken (p. 59) 

  • Bij de jeugdraden is slechts 1/4 maandelijks of vaker betrokken. 3/4 zegt sporadisch of nooit betrokken te zijn bij de opvolging (p. 59)

Dit staat in contrast tot de vaststelling dat de rollen van ‘beleidsadviseur’ en ‘manager’ bij jeugdambtenaren aan belang winnen. Een pijnpunt voor jeugdambtenaren is het gebrek aan overleg en coördinatie: 

“Er is te weinig (spontaan) overleg en coördinatie tussen de verschillende diensten, tussen schepen en jeugddienst, tussen departementshoofd en jeugddienst. Meestal worden we pas later betrokken.”

Desondanks geven de kernactoren over het algemeen aan tevreden te zijn over hun mate van betrokkenheid (p. 59). Opnieuw ligt de tevredenheid bij de jeugdambtenaren en jeugdraders beduidend lager dan die bij de schepenen (p. 59-60). 

  • 90% schepenen zegt voldoende betrokken te zijn bij de opvolging 

  • 66% jeugdambtenaren zegt voldoende betrokken te zijn. Dat cijfer is wel met 10% gedaald t.o.v. de eenmeting 

  • 57% jeugdraders is voldoende betrokken. Dat is 20% meer t.o.v. de eenmeting. Van de jeugdraders die zich onvoldoende betrokken voelen, geeft 57% aan helemaal niet betrokken te zijn 

 

Voel je je als jeugdraad onvoldoende betrokken bij de opmaak van het meerjarenplan of de opvolging ervan? Wijs het bestuur op de decretale verplichting om de jeugdraad te betrekken bij de opmaak, evaluatie en uitvoering van het gemeentelijke jeugdbeleid. Vraag een overleg met je schepen en jeugdambtenaar en kijk samen hoe je de betrokkenheid van de jeugdraad kan verhogen. Leg deze afspraken eventueel vast in een afsprakennota 


5. Beleidsparticipatie wint terrein 

p.(65-78) 

 

De aandacht voor participatie is in veel gemeenten gestegen: 

  • Zo’n 50% jeugdambtenaren met 3 jaar of meer ervaring zegt dat er meer aandacht is voor participatie van kinderen en jongeren (t.o.v. 13% in de eenmeting) 

Die stijging is vooral merkbaar in gemeenten van meer dan 30.000 inwoners. 

  • In 37% van de gemeenten (vooral kleine) is de aandacht gelijk gebleven. Bijna nergens daalde de aandacht 

De jeugdraad blijft het participatie-instrument bij uitstek. 

  • 92% jeugdschepenen, 94% jeugdraders en 96% jeugdambtenaren beschouwen de jeugdraad nog steeds als het meest gebruikte middel voor beleidsparticipatie 

De betrokkenheid van jeugdraden in het beleid is in veel gemeenten nog steeds sterk. Jeugdraden gaan ook vaker op zoek naar manieren om hun werking opnieuw uit te vinden en uit het jeugdwerkkader te treden. Ze delen bv. de agenda op, variëren in werkvormen of richten thematische werkgroepen op. 

“In het verleden was onze jeugdraad voornamelijk subsidie-gericht (...). We hebben nu een bevraging gedaan n.a.v. de verkiezingen. Wat leeft er bij de jeugd. Iedereen is op bezoek geweest bij scholen, jeugdverenigingen, niet-geëngageerde jongeren. (…).”
Jeugdraad

In sommige gemeenten werkt de jeugdraad niet goed door inherente problemen (niet samenkomen, enkel jeugdwerkthema’s op de agenda…). Soms wordt de jeugdraad als officieel adviesorgaan ook genegeerd door het bestuur. In het overgrote deel van de gemeenten kan de jeugdraad echter wel zijn rol uitoefenen. 

Bijna alle jeugdraders zijn tevreden over de ondersteuning die ze krijgen van hun ambtenaar en schepen. 

Naast de jeugdraad wordt vooral ingezet op adhoc-initiatieven – vooral projectgericht of gelinkt aan concrete beleidsacties. Scholen zijn daarvoor een belangrijke toegangspoort. De kindergemeenteraad wordt maar door 1/3 van de respondenten aangehaald. Een kwart van de respondenten deed een belevingsonderzoek. 

Het zijn nog steeds vooral de georganiseerde jeugdverenigingen die participeren (o.a. via de jeugdraad). Individuele kinderen en jongeren en jongeren in maatschappelijk kwetsbare posities worden moeilijker bereikt. Daarom is het van belang om outreachend te werken en samen te werken met bv. de dienst Welzijn

  1. Voorzie tijd en ruimte voor eerlijke inspraak en participatie van kinderen en jongeren. Leg dus niet alle beleidskeuzes al op voorhand vast. Ga actief op zoek naar de stemmen die vaak nog ontbreken. Besteed extra aandacht aan (jonge) kinderen en jonge inwoners in kwetsbare situaties 

  2. Versterk de competenties van jeugdambtenaren om participatietrajecten op te zetten 

  3. Thematische en projectmatige participatie is waardevol, maar werk ook aan structureel participatiebeleid. Speel dus niet enkel reactief in op opportuniteiten, maar bouw ook proactief en structureel processen en mechanismen in 

  4. Erken de jeugdraad als belangrijk instrument voor beleidsparticipatie van kinderen en jongeren. Betrek hen bij het volledige planningsproces (van voorbereiding over uitvoering tot evaluatie). Zie de jeugdraad als volwaardige partner in het jeugdbeleid en ga samen met hen aan de slag 

  5. Gebruik onze bouwstenen om je gemeentelijke visie op participatie (naar kinderen en jongeren) uit te werken. Maar ook om je participatie-initiatief goed af te wegen en de actie inhoudelijk en praktisch uit te werken 

  6. Toch te weinig tijd of kennis om zelf participatie met kinderen en jongeren te organiseren? Je kan ook een begeleiding aanvragen om de actie samen met Bataljong uit te denken. Contacteer Ilse (ilse.holvoet@bataljong.be

  7. Wil je als jeugdraad weten wat er leeft bij jongeren of gericht input verzamelen? Gebruik de online participatietool Aanstekers. Zo kan je jongeren hun ideeën laten geven over je project of gemeente. Hier vind je alle info


6. Budgetten voor jeugd 

(p. 52-55) 

 

 

Het budget voor jeugd blijft minstens gelijk. En neemt in sommige gevallen zelfs toe. Jeugdbeleid slaagt er met andere woorden in om ook zonder jeugdbeleidsplan haar basis en kracht te behouden. 

  • Transparantie, zekerheid en overzichtelijkheid van budget zijn volgens de meeste ambtenaren (61% - 65% - 58%) en schepenen (74% - 70% - 44%) toegenomen 

Toch leeft er een verschil in perceptie. Het zijn de schepenen die minder overtuigd zijn. 

Wel blijft het zo dat budget een hefboom is om beleid om te zetten in praktijk. 

Monitor zelf hoe budgetten besteed worden. Hoe evolueert het beschikbare budget voor jeugd? Zit dit (mee) verweven in de toewijzing van budgetten aan andere beleidsdomeinen? Zorg dat er voldoende budget is voor een continuering van goed jeugdbeleid. Vermijd dat projecten volledig afhankelijk zijn van Vlaamse of andere tijdelijke subsidies 

 

 

Download hier het rapport en de samenvatting van de tweemeting:

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong