fbpx Webinar 13/06: Zomeraanbod voor kinderen en jongeren - het verslag! | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Webinar 13/06: Zomeraanbod voor kinderen en jongeren - het verslag!

Op 13 juni organiseerden we een vorming over hoe het zomeraanbod dat je als jeugdambtenaar organiseert of ondersteunt kan toegankelijk maken voor kinderen en jongeren met een vluchtverhaal.

Hieronder vind je de verschillende verslagen terug van de keuzesessies die die dag werden aangeboden.

 

Sessie 1 - Vrije tijd voor iedereen: ondersteunen van vrijwilligers en verenigingen (Tumult)

Tumult overliep in deze sessie enkele stellingen om samen met de deelnemers over in gesprek te gaan. We kregen een overzicht mee van heel wat tips waarmee je direct aan de slag kan!

Neem zeker ook een kijkje op de website van Wereldspelers voor meer informatie!

Sessie 2 - De weg naar contact… (PIN vzw)

Ayham en Sanae zijn twee toeleiders van PIN vzw en zij vertelden in deze sessie over hun eigen ervaringen.

Navigate You(th)

Zo stelden ze het project Navigate You(th) voor, een samenwerking met Tumult die mogelijk wordt gemaakt dankzij Europese subsidies (Erasmus+ Jeugd). Het project is gestart in Vlaanderen en Brussel en loopt nu in 9 verschillende gemeenten. Het doel is om kinderen en jongeren toe te leiden en te begeleiden naar vrije tijd, samen met ouders en vrijetijdsverenigingen in de gemeente.

Hoe gaan ze aan de slag? Toeleiders krijgen lijst door met te contacteren gezinnen (telefoontje van iemand van de gemeente dat er iemand kan bellen om hen op weg te helpen in de gemeente), huisbezoek (beeld vrijetijdslandschap schetsen, opties geven, 3 opties kiezen), opzoekwerk, vrijwilligers Tumult vzw, samen naar de nieuwe hobby, opvolging (ouders, kinderen en vereniging)

Het blijkt vooral belangrijk om op maat te werken, het ene gezin is bijvoorbeeld al zelfredzamer dan het andere. Ook in het kader van ouderbetrokkenheid is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken en bijvoorbeeld te ondersteunen bij de inschrijving of andere administratie.

Er moet ook maat gewerkt worden van de vereniging, realistische verwachtingen zijn belangrijk. De meeste jeugdbewegingen staan bijvoorbeeld open en zijn enthousiast voor diversiteit, maar in de praktijk is het veel moeilijker. Het vraagt veel tijd en begeleiding van ouders, die de vrijwilligers ook niet altijd hebben.

Je bereikt als lokaal bestuur maar 1/3de van de Oekraïners, omdat het overige deel opgevangen wordt door zijn eigen netwerk. Je moet een beetje hopen dat de éne familie de andere aanspreekt en aansteekt.

Succesverhalen

Ayham en Sanae deelden ook hun eigen succesverhaal:

Zo vertelde Ayham over een gezin met 4 kinderen en enkel de jongens mochten deelnemen aan vrijetijdsaanbod. De jongens zijn vlot naar een sportvereniging toegeleid, maar Ayham bleef in gesprek met de ouders om ook de meisjes een optie te bieden en dat is uiteindelijk gelukt. Ze hadden een positieve ervaring nodig om ook hen te laten deelnemen. Boodschap: Eerste stap is veiligheid en vertrouwen creëren (kennismaking).

Sanae vertelde dan weer over de samenwerking met Groep Intro en een OKAN-klas. Ze hielden daar een mini-enquête bij leerlingen in de OKAN-klas (met een link die zorgde voor vertalingen in meerdere talen). De meeste jongeren (meestal jongens) gaven voorkeur aan de activiteiten die ze deden in hun thuisland. Zo gaven ze aan dat ze cricket wilden doen, maar dit werd niet aangeboden in de gemeente. Daarom lieten ze hen kennis maken met het aanbod in de gemeente en werd er een PowerPoint opgebouwd met enkele foto’s en mini-video’s over het aanbod in de gemeente.

Ook de open kampen (Chiro, scouts,…) werden voorgesteld. De bedoeling ervan en de activiteiten. Er werden proefactiviteiten georganiseerd en om de oefenkansen Nederlands te stimuleren werd er gevraagd om een mail naar een vrijetijdsvereniging te sturen.

Tips & Tricks:

Tot slot gaven ze ook nog enkele tips mee als afsluiter:

  • Tip 1: Maak gebruik van ambassadeurs en laat ze elkaar informeren. Ga op bezoek bij een Oekraïense familie en informeer hen heel concreet en laat hen de info verspreiden. Vraag wat zij denken dat gaat werken voor hun doelgroep. Maak van hen ‘influencers’.
  • Tip 2: Neem leerkrachten mee in jullie vrijetijdsverhaal/ aanbod.  Licht hen in over het vrijetijdsaanbod in de gemeente, want zij gaan aangesproken worden door de kinderen en ouders.
  • Tip 3: Vraag een tolk mee. Dit geeft zekerheid en ruimte voor zowel jou als de ouders en kinderen. De gemeente kan een oproep via Facebook/ Instagram doen: ‘Wie wil er tolk spelen?’. Na ontmoeting met enkele families, vergroot vaak de ploeg van tolken.
  • Tip 4: Blijf opvolgen. Na het eerste gesprek gaan de kinderen en jongeren vaak participeren, maar daarna haakt de helft af door een aantal drempels. Hier kan jij helpen. Help hen (én de verenigingen) de drempels te detecteren en te overwinnen.  
  • Tip 5: Wat doe je met argwaan? Hoe vergroot je het vertrouwen? Gebruik de juiste woorden. Spreek niet altijd vanuit de gemeente, maar vanuit de vrije tijd.
  • Tip 6: Zoek kruispunten op waar je Oekraïense mensen kan ontmoeten en bereiken.

Sessie 3 - Omgaan met trauma (Uit De Marge)

Hannes van Uit De Marge gaf meer informatie mee over hoe om te gaan met trauma.

Allereerst gaf hij mee dat hoewel je veel plannen kan maken en trachten om preventief te werken, het soms toch nog moeilijk blijft om in te schatten wat een trauma zal triggeren. Achteraf kan je dan denken “dat had ik niet mogen doen”, maar je kan niet alles voorzien of vermijden.

Geur, een plek, een voorwerp kan een trigger zijn. Je kunt daar wel proberen of preventief mee om te gaan. Bvb. legeractiviteit, tiktak-boem, ‘oorlog aan’ kun je vermijden, maar je kunt niet alles gaan vermijden.

Wel kan je meegeven dat het belangrijk is om er proberen op in te spelen en er goed mee om te gaan.

Voorstelling Uit De Marge en maatschappelijke kwetsbaarheid

Alvorens de sessie te beginnen werd er kort stilgestaan bij Uit De Marge en de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid.

Maatschappelijke kwetsbaarheid is diegene die in zijn contact met de maatschappelijke instellingen telkens weer vooral te maken krijgt met de controlerende en sanctionerende aspecten ervan en minder geniet van het positieve aanbod.” (Vettenburg).

Referentiekader

Iedereen heeft een eigen referentiekader, het is belangrijk om zich bewust te zijn van wat het is om hier toe te komen met bepaalde bagage/ traumatische ervaring. Zo kan het bijvoorbeeld goed zijn om een oefening te doen over referentiekaders, wat voor ons ‘leuk’ en ‘normaal’ is, kan voor andere een aanleiding zijn tot trauma.

  1. Referentiekader

Bewustmaken van wat het is om hier toe te komen met een bepaalde bagage/traumatische ervaring. Bvb. door oefening doen over referentiekaders. Wat voor ons ‘leuk’, ‘normaal’ is, kan voor andere een aanleiding zijn tot trauma oproepen.

Kijken vanuit de werkelijkheid wordt bepaald door jouw referentiekader bestaande uit:

  • Vaststellingen: feitelijkheden (bijv. “Hij draagt een blauwe trui.”)
  • Interpretaties: wat je denkt dat achter dit gedrag zit (emoties) (bijv. “Ze voelt zich ongemakkelijk.”)
  • Waardegeladen uitspraken: normerend (de norm bepaalt wat wel en niet normaal is). Intonaties, woorden als ‘te’, ‘altijd’, ‘nooit’, ‘typisch’, … of overdrijvingen en ook stereotypes kunnen normerend zijn (“Amai die is veel te oud om jeugdwerker te zijn!”.)

Het is belangrijk om zich daarvan bewust te zijn en oordeel uit te stellen. Een referentiekader kan ‘van onderuit’ ook ingebracht worden door bijv. in een kookactiviteit Oekraïens eten te maken.

Begeleidershouding

Hoe aan de slag met jongeren die bvb. een paniekaanval gaan? Waarover zelf beginnen als animator? Wat kan wel/niet?

Do’s en don’ts vanuit de groep:

  • Geen ‘oorlogs’spelen, inkleding aanpassen.
  • Actief luisteren naar verhaal van het kind. Alles van het kind laten komen. Vragen: “Hoe komt het dat je het vertelt tegen mij?”
  • Zichzelf blijven als animator. Je bent geen hulpverlener, en dat is oké. à het is ook oké om met je mond vol tanden te staan bij zo’n verhaal. Je hoeft niet per sé kant en klare antwoorden te hebben klaarstaan.
  • Je mag ook benoemen dat een verhaal binnenkomt.
  • ‘Hulplijn’ aanbieden: je kan altijd bellen, aanklampen… om erover te babbelen (bvb. bij hoofdanimator, jeugddienst…).
  • Spiegelen aan animator: ‘Wat is jouw doel? à kinderen en jongeren een fijne tijd te geven, zorgen even te doen vergeten. Als die dan toch spelen, er op een respectvolle manier naar luisteren, ook snel kanaliseren naar fun/plezier…’ à er wel zijn, maar ook wel ‘containen’, proporties beheersbaar houden.
  • Grensoverschrijdend gedrag à probeer je de vraag te stellen waarom iemand niet meedoet, en hoe kun je daarop anticiperen.

Waarover zelf beginnen?

  • Stel geen vragen waarop je het antwoord niet wil weten. Je kan antwoorden krijgen die heel erg zijn of te zwaar zijn.
  • Vooral op een respectvolle manier iets aanbrengen.
  • Als een persoon daar niet op wil antwoorden of kort op antwoordt, dan kan dat ook.

Nazorg

  • Hoe in toekomst een situatie vermijden? Brengen op een vergadering, evaluatie.

Deontologie

Wat doe je met informatie die je krijgt van ki en jo met vluchtverhaal?

Je mag geen vertrouwelijke info delen zonder toestemming van kinderen en jongeren. Bevraag dus ook wat ze willen dat je met deze informatie doet, indien ze aangeven dat je er niets mee hoeft te doen, respecteer dit dan ook tenzij in volgende gevallen:

  • Ouders (fundamentele opvoedingsondersteuning)
  • Belang van het kind (12+ handelingsbekwaam)
  • Bevel onderzoeksrechter
  • Gewetensnood (te zwaar om te dragen)
  • Noodtoestand (psychosociaal, fysieke of seksuele integriteit)
  • Schade aan jezelf of de werking

Geanonimiseerde informatie mag je wel terugkoppelen.
Maak tot slot ook de afweging tussen need to know en nice to know.

Meer informatie vind je terug op de webpagina van Uit De Marge of de pagina omtrent discretieplicht van VDS. 

Algemene tip: spreek hulplijnen aan (Uit De Marge, VDS, Bataljong), maar ook binnen de gemeente.

Bekijk ook zeker de presentatie die gegeven werd:

 

Sessie 4 - Taalstimulerende vrije tijd (VDS & vzw ‘de Rand’)

In deze sessie gaven zowel VZW De Rand als VDS heel wat tips mee. Die zijn terug te vinden in de documenten die ze met ons deelden.

We sommen graag hieronder nog even enkele handige tools op:

Sessie 5 - De vrije tijd van kinderen en jongeren: dat is breed! (Karel De Grote Hogeschool & Kirikou)

In deze sessie stonden verschillende organisaties centraal die iets meegaven over hun werking. Hieronder vind je de neerslag van deze sessie terug.

Welkom

We gaan het komende uurtje een aantal mensen aan het woordlaten om de vrije tijd van kinderen en jongeren verder uit te lichten. Mogen we vragen om jezelf even kort voor te stellen in de chat van deze break-outroom, welke functie, waarvoor je staat en waarom je deze sessie gekozen hebt. We gaan de leefwereld van kinderen en jongeren verdiepen, zo brengen we een video van KdG-Hogeschool naar voor, vertellen over het sportaanbod in Oekraïne, geven tips mee over het verzamelen van materialen en hoe ruimte in te richten met jongeren.

Jamboard: Een ruimte voor jezelf om tijdens deze sessie notities te nemen, post-its te plakken en te kijken bij collega’s aanwezig waar zij aan gaan werken.

De leefwereld van kinderen en jongeren op de vlucht (Bataljong)

Jonge nieuwkomers treffen twee verschillen: 1) niet-begeleide minderjarige vreemdelingen & 2) begeleide minderjarige vreemdelingen. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zijn minderjarigen die zonder voogd toekomen. Dit is toch een opmerkelijk verschil.

Een vluchtverhaal integreren in een samenleving is kwetsbaar en veerkrachtig. Neem bijvoorbeeld voor ogen de niet-begeleide minderjarige die gevlucht zijn naar hier. Zij zijn er in geslaagd om zichzelf over grenzen te brengen, soms maanden gereisd om hier toe te komen. Zij staan dikwijls verder qua ontwikkeling dan kinderen en jongeren hier in Vlaanderen. Ze ervaren een nood aan engagement, toekomstplannen en stabiliteit. Zij willen hun engageren en willen iets teruggeven, iets betekenen voor de samenleving. Hierbij is een diploma en werk vinden een belangrijk gegeven die voor zichzelf als doelstelling opnemen. Er zijn natuurlijk verschillen naargelang de verblijfplaats van deze jongeren. In een opvangcentrum is er bijvoorbeeld mijn privacy en een opvanggezin zal indirect resulteren in een sneller integratie en zal een hulpmiddel zijn naar het inzetten/toeleiden van het netwerk.

Leeftijd speelt een rol, -12j ervaart een vlottere toeleiding (via ouders) en via onderwijs, bij 12-15j is de identiteit belangrijk en deze doelgroep sluit moeilijk aan bij reeds gevormde groepen, in de leeftijdsgroep 16-19j wordt om een of andere reden vrijetijdsbesteding minder belangrijk doordat er andere items naar de voorgrond komen. Zo zullen deze meer vrijwilligerswerk of een studentenjob willen opnemen. Tenslotte is er de leeftijd 20-25j waarbij er meer aandacht is voor individuele vrije tijd en deze groep bereik je minder gemakkelijk. Deze laatste groep is vaak ook niet meer in het onderwijs terug te vinden en bijgevolg vinden zij minder gemakkelijk toeleiding naar vrijetijd.

Meer weten? Check de publicatie “Vrije tijd: ook voor jonge nieuwkomers?”

De leefwereld van kinderen en jongeren op de vlucht (filmpje KdG-hogeschool)

Er wordt een video afgespeeld, ingesproken door Siska van KdG-Hogeschool, over het project “Onderweg”.

Bekijk het filmpje nog eens via deze link.

De sportleefwereld van kinderen en jongeren (Jasper van Netwerk Lokaal Sportbeleid)

Oekraïne kent eigenlijk weinig verschil in georganiseerd sportaanbod ten opzichte van andere Europese landen, ik zal zo meteen enkele sporten overlopen die jullie zeker kunnen aanbieden wanneer er Oekraïense kinderen en jongeren aanwezig zijn in jullie gemeenten en/of steden. Contextueel gezien wordt sport ook in Oekraïne als belangrijk gezien voor scholieren en veel scholieren sporten daarom ook na school.

 

Net zoals in vele Europese landen is voetbal de populairste sport van Oekraïne. Een andere populaire sport in Oekraïne is boksen. Oekraïne heeft daardoor ook veel bekende boksers, zoals Oleksandr Usyk en de broers Vitali and Wladimir Klitschko. Ook worden basketbal en rugby erg populair in het land. Daarnaast is schaken een populaire denksport.

 

Balsporten: American Football, Baseball, Basketbal (ook 3x3), Cricket, Floorbal, Futsal, Handbal, Hockey, Rugby, Tafeltennis, Tennis, Voetbal, Volleybal; Loop- en wandelsport: Atletiek, Bergwandelen, Trekking, Triatlon; Vechtsporten: Boksen, Judo, Jiujitsu, Karate, Kickboksen, MMA, Muay Thai, Sambo, Schermen, Taekwondo, Worstelen; Schietsporten: Biatlon, Boogschieten, Schietsport (zoals karabijnschieten); Wintersporten: Biatlon, Bobsleeën (Luge), IJsschaatsen, IJshockey, Kunstschaatsen, Skiën, Snowboarden; Watersporten: Duiksport, Roeisport, Surfen, Vissen, Zeilsport, Zwemmen; Extreme sporten: Klimsport, Motorsporten, Parachutespringen, Paragliden; Andere: Armworstelen, Cycling, Gymnastiek, Hopak (Volksdans), Powerlifting, Rolschaatsen, Skateboarden; Games/recreatief: Laser tag, Paintbal, Pétanque, Biljarten, Bowlen en Schaken.

 

Heb je verdere vragen aarzel zeker niet om te polsen bij Bataljong en zijn partners, in verband met Buurtsport kan je altijd bij mij terecht en voor specifieke situaties rond kinderen en jongeren met een vluchtverhaal uit Oekraïne binnen de sportsector kan je terecht bij Sport Vlaanderen, De Vlaamse Sportfederatie en Netwerk Lokaal Sportbeleid. De aangepaste FAQ, naar aanleiding van de toestroom uit Oekraïne vind je ook hier terug.

Vraag van Jurgen van Bataljong: “Wie van jullie doet al aan toeleiding naar sport?” Antwoord vanuit Leuven: Kinderen uit een OKAN die in Oekraïne basketbal gespeeld hebben waarbij wij dan aan de slag gaan om de toeleiding naar een sportclub mogelijk te maken. Dit antwoord werd bevestigd door o.a. Heist-op-den-Berg.

Sport is een universele taal, spelen ook maar hier veranderd de inhoud sneller. Sporten hebben in bepaalde mate dezelfde spelregels over de landsgrenzen heen, dit is voor spelen niet altijd het geval. Denk bijvoorbeeld aan een lokale jeugdbeweging die in een bos met een gamel gaat spelen. Binnen Vlaanderen creëren we “ongestructureerd aanbod” en bieden we dit aan in een gestructureerde manier. Wat op zich al een bizarre situatie is.

Materialen inzamelen (Veva van Kirikou)

Leuvens inzamelpunt voor tweedehandskledij waar kindermateriaal (speelgoed, kleren, school- en sportmateriaal, etc) ingezameld worden die mensen willen voorzien van een tweede leven. Het ontstaan situeert zich een 6 jaar geleden vanuit het Huis van het Kind in Leuven, vanuit de nood aan materiële ondersteuning van kwetsbare gezinnen. Ondertussen een team van 30 vaste vrijwilligers, aangevuld met studenten, die alles verwerken: schenkingen aannemen, materiaal nakijken en sorteren, kledingpakketjes maken en aanvragen klaarzetten.

De werking is geen winkel, maar een samenwerking met 65 sociale organisaties in Leuven. Deze kennen en voelen goed aan waar de noden van deze kwetsbare gezinnen zich bevinden, er was dus geen nood aan nieuwe vertrouwensfiguren, maar wel om verder te werken op de reeds ontwikkelde vertrouwensbanden.

Kirikou wordt vermeld als platform waarbij elk gezin (via de organisaties) een aanvraag kan doen met de bijhorende specificaties. Bv. ‘Deze jongen houdt van fluokleuren en tekent graag.’ Kirkou ziet geen gezinnen, wel is er de optie om de pakketten op te halen of te laten leveren. Maar dan halen de organisaties de pakketten op, wordt dit geleverd bij de organisatie of wordt het uitzonderlijk geleverd aan het gezin rechtstreeks.

Vraag vanuit de deelnemers: “Is elke burger vrij om zicht aan te melden?” Antwoord: Nee, dit gebeurt altijd vanuit organisaties. Bijkomende vraag: “Werken jullie dan ook samen met sportclubs? Hierbij ervaart de deelnemer een moeilijkheid tot het inschatten van ‘kwetsbaar’.” Antwoord: “We werken met toeleiders, maar evengoed een school kan fungeren als toeleider naar Kirikou. Van zodra een toeleider inschat dat een gezin als kwetsbaar kan aanzien worden, zonder bewijs voor te leggen, dan komen zij in aanmerking bij Kirikou. Hoe meer mensen schenken, des te meer dat de noodvraag een issue wordt om kwetsbaarheden op te zoeken en kan iedereen geholpen worden aan het nodige materiaal. Bijkomende vraag: “Is dit iets wat al vaker gebeurt bij sportclubs in Leuven?” Antwoord: Ja, maar dit is iets waar wij volgende boodschap aan geven: “Het hoeft niet, wij doen dit al.” Maar het is een eigen keuzen van de sportclub.

Bekijk zeker ook nog eens de PowerPoint die Veva gebruikte om de werking toe te lichten.

Ruimte inrichten met jongeren – De Bouwdoos (Jana van Logo Gezond+-vzw)

De Bouwdoos is een gesubsidieerd project, een initiatief die zich niet uitsluitend tot jongeren richt. We werden geïnspireerd door vele verhalen, uit Nederland en de rest van de wereld. Het is een project die zich in de Vlaamse Ardennen bevind. We willen eigenlijk de natuur terug naar de pleinen brengen, het groene karakter terug naar de inwoners brengen. In Zottegem komen er bv. Jeugdwerkers tot bij het bouwteam en geven zij input mee. Wanneer er een fietsenparking aanwezig is, dan zet dit ook mensen aan om in te zetten op gezondheid.

De Bouwdoos gaat en participatieproces aan om tussen de gemeente en inwoners een vertrouwensband te creëren. Dit is eigenlijk een fysieke container waar materiaal inzit. Zo komen er sjorbalken, banken, glijbanen, hangmatten, boomstammen, etc mee in de container (zie foto’s presentatie). Inwoners mogen ook zelf materiaal meebrengen en op het plein bijbouwen. De inwoners helpen ook mee om de activiteit te organiseren, dit kadert dan breder. Denk bijvoorbeeld aan een buurtfeest of een startdag van de jeugdbeweging. De Bouwdoos blijft een maand ter plaatse staan. Hierna is het aan de gemeente samen met de inwoners om een permanent verhaal te maken vanuit het initiatief. Deze zomer ligt er alvast op twee verschillende pleinen in Geraardsbergen en Zottegem de Bouwdoos.

Lessons learned so far: Het is een tijdelijke opstelling, om te testen wat er lukt in een gemeente. Dit intensief proces vergt wel wat input van een werkgroep (buurtparticipatie, een school of vereniging, etc). Jongeren in een kwetsbare positie komen vaker voor in de publieke ruimte, maar sinds corona is dit breder dan enkel deze doelgroep. Dit is dus wel het ideale moment om hierop in te zetten.

Vraag van Jurgen van Bataljong: “Zijn er in de chat mensen die vindplaatsgericht werken? Kunnen zij even bevestigen in welke mate de jongeren in de publieke ruimte te vinden zijn en of dergelijk initiatief bij jullie zou kunnen slagen?” Antwoord vanuit Wervik: Ja, dit klopt zeker. Een belangrijke opmerking is wel dat dergelijke projecten vaak lang zijn van duur en de groep jongeren zijn niet altijd te vinden voor zo’n lange begeleidingstrajecten met de gemeente.

 

Sessie 6 - Communicatie met ouders (Agentschap Integratie en Inburgering)

Het is vooral belangrijk om het gesprek in het Nederlands te proberen starten. Probeer duidelijk en begrijpbaar te praten, maar dit mag niet te kinderlijk zijn.

Hieronder een aantal zaken waarop je kan inzetten om in gesprek te kunnen gaan met ouders:

  • Luistertaal = je spreekt elkaar aan in je eigen taal, maar je begrijpt elkaars taal wel voldoende, dit kan voor remmingen zorgen omdat :
  1. Mensen zijn bang om fouten te maken
  2. Mensen overschatten hun begrip van de andere taal waardoor er ruis kan ontstaan
  3. Het ook moeilijk is om nuance te leggen of nuance te begrijpen à als die nuance er is kan die verloren gaan
  • Contacttaal = een taal inzetten die je beide voldoende begrijpt en spreekt. Een voorwaarde hierbij is allebei een geschikt taalniveau hebben voor het gesprek (een aantal zaken kunnen opgelost worden door visueel materiaal, het gebruik van sleutelwoorden en regelmatig checken of je nog steeds elkaar kan volgen (= terugvraag methode)).
  • Meertalige collega inzetten wanneer die een goed taalniveau heeft en goesting heeft om te vertalen.
  • Informele tolk = kan iedereen zijn. Makkelijk in te zetten en vraagt meestal geen vergoeding.

MAAR het kan ook zijn dat die ook niet heel taalmachtig is en dat er dus veel verloren gaat in de vertaling. Deze persoon is ook niet verbonden aan een deontologische code dus het kan zijn dat die niet altijd de juiste boodschap doorgeeft (je weet dus niet altijd wie aan het woord is, want deze kan de anderstalige bijvoorbeeld onderdrukken).

  • Sociale tolk of vertaler = tolk is vooral mondeling en vertaler schriftelijk. Telefoontolk is vooral bij dringede zaken of als het gaat om een kort gesprek. Voor langere gesprekken komt de tolk best langs of zet je in op een digitale tolk.

Tips & Tricks:

  • Voor de Oekraïense vluchtelingen kan je tijdelijk gratis terecht bij AGII (Agentschap Inburgering & Integratie) om sociale tolken aan te vragen. Voor andere talen is het wel betalend.
  • Maak hetgeen je mee wilt geven visueel!

Werk met illustraties en pictogrammen en gebruik steeds dezelfde pictogrammen voor zaken met een terugkerend karakter.

  • Zelf ook voordoen kan zeker ook helpen.
  • Vertaalapps zijn mooie alternatieven voor sociale tolken of een vertaal computer. Deze vertaalapps (Deepl., Reverso…) kan je vooral inzetten tijdens 1 op 1 gesprekken (maar er zitten fouten in dus kan je ze niet gebruiken om een hele conversatie mee te houden). Engels nemen als brontaal geeft vaak de beste resultaten. Andere tip voor het gebruik van vertaalsites (dan vooral bij geschreven communicatie): eens je vertaald hebt van NL of Engels naar andere taal, draai dan ook eens om. Dan zie je of de kernboodschap correct is.
  • Terugvraag methode uitvoeren!
  • Actieve zinnen leren de mensen vaak eerst aan, dus maak er gebruik van!

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong

Nieuwsbrief