fbpx Vaccinatie 5- tot 11-jarigen | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Vaccinatie 5- tot 11-jarigen

Pagina ontwikkeld op 17 december en laatst geüpdatet op maandag 26 december 2021 om 21u00. Pagina wordt voortdurend geüpdate als er nieuwe info is. Laatste toevoegingen: linken naar extra campagnemateriaal en -filmpjes.

Met deze webpagina hebben we 3 doelen:

  1. Je informeren over het vaccinatiebeleid voor 5-11-jarigen. Waarom, wie, wat, hoe… Met alle actuele links naar de juiste info. Info en links die we voortdurend zullen updaten en aanvullen.
  2. Je inhoudelijk versterken in het opnemen van je rol als lokaal bestuur met een visie vanuit kinderrechten. Het debat over vaccinatie van kinderen en de wijze waarop je dat logistiek en communicatief aanpakt, zal ook lokaal gevoerd worden. We willen je inspireren met de principes vanuit de kinderrechten en enkele concrete aanbevelingen.
  3. Je aanvullend nog enkele concrete aanbevelingen meegeven.

Vaccineer niet over de hoofden van kinderen heen.

1. Vaccinatie 5-11-jarigen. Waarom, wie, wat, hoe?

Wie beslist er wat?

  • Het Europees Geneesmiddelen Agentschap keurde het covidvaccin voor kinderen goed. Het vaccin is een verminderde dosis. Het vaccin is veilig.
  • De Hoge Gezondheidsraad gaf op 16 december positief advies over de vaccinatie voor 5 tot 11-jarigen. Ze adviseren om boostervaccinaties van de volwassen bevolking voorrang te geven, daarna prioriteit te geven aan de vaccinatie van bepaalde medisch kwetsbare 5-11-jarigen en vervolgens het vaccin aan te bieden (niet aan te bevelen) aan alle 5-11-jarigen waarbij vrije keuze van het kind én zijn ouder / voogd voorop staat.
  • Het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek adviseert positief. Al vragen ze ook meer tijd voor enkele vragen.
  • De Taskforce vaccinatie adviseert ook positief en bekijkt de mogelijkheden voor de uitrol van een vaccinatiecampagne.
  • Op 20 december besliste dan de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid (al onze ministers van gezondheid) om hiermee te starten.
  • De campagne wordt gecoördineerd door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in samenwerking met de vaccinatiecentra.

Waarom kiest men voor vaccinatie van 5-11-jarigen?

De deltavariant heeft – anders dan de vorige - veel circulatie gekend in die leeftijdsgroep. Dat heeft de vierde golf versterkt. Omdat kinderen in de samenleving moeilijk te scheiden zijn van ouders, (groot)ouders, en via hen ook andere ouderen en kwetsbaren heeft de viruscirculatie onder -12-jarigen onrechtstreeks bijgedragen aan de druk op de zorg.

De impact van vele quarantaines op kinderen, gezinnen, het onderwijs, het sociaal weefsel, de economie… was ook groot. Het effect van de vierde golf onder 12-18-jarigen en op de secundaire scholen was minder groot. Dat wordt vnl. toegeschreven aan een bepaalde graad van vaccinatie onder de 12-18-jarigen.

Hoewel wetenschappers ook duidelijk aangeven dat er weinig rechtstreekse medische baten zijn van vaccinatie voor een kind, zijn er wel maatschappelijke baten waar ook kinderen wel bij varen. Minder viruscirculatie verhoogt de kans dat scholen, vrijetijdsbesteding, e.d. open blijven. Minder kinderen zullen gehinderd worden door quarantaines in hun ontwikkeling. Zo kiest men voor een vrijwillig vaccinatiebeleid tegen Covid-19 bij kinderen van 5-11-jarigen.

Timing, aanpak en de rol van het lokaal bestuur

  • Vaccinatie voor 5-11-jarigen wordt opgestart, ook samen met de boostercampagne. Vanaf januari zullen de eerste vaccinaties bij kinderen gebeuren.
  • Er komen 2 dosissen met 21 dagen tussen.
  • Medisch kwetsbare kinderen (kinderen met comorbiditeiten) kunnen voorrang krijgen door voordracht van de huisarts of kinderarts. Of kunnen in het ziekenhuis bij hun behandelingen gevaccineerd worden en moeten niet per sé naar het vaccinatiecentrum.
  • Andere kinderen krijgen 'informatieve brieven' om ze uit te nodigen voor vaccinatie.
  • Het is aan de deelstaten (Vlaanderen en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) om de vaccinatie zo 'kindvriendelijk mogelijk' te organiseren.
  • Dat gebeurt via de vaccinatiecentra. Die worden de spil. (en dus niet de scholen of het CLB). Vaccinatiecentra en lokale besturen hebben speelruimte om de campagne met bepaalde partners aan te pakken. Bijvoorbeeld in samenwerking met scholen, of met mobiele teams, of in aparte centra...
  • Vlaanderen zet er een informatie en communicatiecampagne voor op.
  • Ouders of voogden beslissen samen met het kind. Indien het kind niet begeleid wordt door een ouder moet het vergezeld zijn van een brief door een ouder.
  • Er komt geen CST voor 5-11-jarigen.

Als lokaal bestuur draag je mee het vaccinatiecentrum, sta je dicht bij de burgers en voer je mee (communicatie)beleid hierover.

Misschien zullen sommige vaccinatiecentra aparte kindvriendelijke centra openen (ook al wegens plaatsgebrek), samenwerkingen zoeken met scholen, enz. De uitnodiging gebeurt in principe individueel, maar er kan mogelijk nog gekeken worden naar samenwerkingen met 'collectiviteiten'. Of broertjes en zusjes meteen mee worden uitgenodigd staat nog niet vast.

Vaccinatie zal normaal ten vroegste in januari starten. Het zal een keuze van de ouder of voogd zijn om het kind te laten vaccineren. Er zullen 2 prikken zijn per kind voor een volledig programma.

In dialoog gaan met het kind zelf is cruciaal! Samen beslissen, of minimaal goed informeren (afhankelijk van o.a. de leeftijd). Het is belangrijk als lokaal bestuur gepast beleid te voeren en helder te communiceren naar kinderen en ouders toe. Vaccineer niet over hun hoofden heen. Daarover geven we in het tweede luik van deze pagina adviezen.

Bronnen en linken naar communicatiemateriaal

    Ook lokale besturen kunnen dit materiaal inzetten in de communicatie naar kinderen en hun ouders.

    Gevaccineerd of niet? Er mag nadien op geen enkele manier onderscheid gemaakt worden tussen kinderen. Niet voor evenementen, vrije tijd, onderwijs, publiek leven… Dat lijkt nu evident. Maar dat stond ook al in het advies van de Hoge Gezondheidsraad voor de vaccinatie van 12-18-jarigen. Enige tijd later gold voor hen een CST. Laat het dus niet gebeuren voor -12-jarigen! Geen uitstappen waarbij niet alle kinderen welkom zijn in het pretpark of de dierentuin omwille van hun vaccinatiestatus.
    Jurgen Sprangers
    Directeur Bataljong
    Jurgen Sprangers, directeur Bataljong vzw

    2. Laat de kinderrechten jou helpen bij beleid rond dit gevoelig thema.

    Onze belangrijkste aanbeveling: kinderrechten moeten centraal staan. Vaccinatie voor kleine kinderen is geen evident thema. Hanteer kinderrechten als voorwaardelijk kader bij wat je als lokaal bestuur onderneemt. Dat helpt je om het juiste te doen. En met ‘het juiste’ bedoelen we niet: een standpunt in nemen in de discussie, pro of contra vaccinatie van kinderen. Wel dat je je verantwoordelijkheid, als ‘duty-bearer’ in het kinderrechtenverdrag, opneemt.

    Concreet: kinderen beschermen én ze actorschap geven

    Eerst en vooral wijzen kinderrechten ons op 2 zaken in onze verhouding als duty-bearer ten opzichte van kinderen en jongeren:

     

    Inhoud
    De verantwoordelijkheid om kinderen te beschermen.

    We dragen als beleidsmaker de verantwoordelijkheid om kinderen te beschermen. Kinderen hebben recht op fysieke en morele integriteit en moeten beschermd worden tegen alle vormen van uitbuiting. Volwassenen nemen snel een beschermingsreflex in t.o.v. kinderen, waar niets mis mee is als we ons tegelijkertijd voldoende bewust zijn van het volgende punt:

    Kinderen erkennen in hun actorschap

    Kinderen zijn deskundige, competente en volwaardige actoren in onze samenleving. Kinderen, van heel jonge leeftijd al, ontwikkelen een wereld- en mensbeeld, ontwikkelen opinies, hebben besef van hoe ze door hun eigen gedrag een invloed hebben op anderen, enz. Terwijl we hen ‘een hand boven het hoofd’ houden en onze verantwoordelijkheid opnemen om hen ten allen tijden te beschermen, moeten we dus tegelijkertijd kinderen erkennen in hun actorschap en hen als dusdanig benaderen.

    beschermen en actorschap geven

    Deze twee focussen hanteren we als beleidsmaker. Met die dubbele focus gaan we het gespek aan met ouders, leerkrachten, kinderen zelf.

    Vanuit een beschermingsreflex kunnen ouders namelijk zowel een voorkeur hebben voor of tegen vaccinatie van hun kinderen: “Ik vaccineer mijn kind om het te beschermen, zo heeft het minder kans om besmet te geraken en ziek te worden” of net ‘Ik vaccineer mijn kind niet om het te beschermen, want we weten nog niet zeker welk effect het vaccin op langere termijn heeft”.

    Na die beschermingsreflex, die vele ouders en voogden als eerste zullen maken, moedigen we hen aan om meteen de tweede reflex te maken: hoe staat mijn kind hierin? Heb ik mijn kind voldoende geïnformeerd over het waarom van wel of geen spuit zetten? Geef ik mijn kind ruimte om mee na te denken, en te beslissen? Wat wil mijn kind zelf?

     

     

    4 basisprincipes

    Ook de vier basisprincipes van het kinderrechtenverdrag helpen ons, en schuiven we als Bataljong expliciet naar voor in dit debat:

     

    Inhoud
    Non-discriminatie (art 1.)

    Kinderrechten gelden voor élk kind, ongeacht geslacht, afkomst, geloof en in deze context ongeacht of het gevaccineerd is of niet. Ook kinderen die niet gevaccineerd zijn hebben dus recht op vrije tijd, op onderwijs, op samenkomst…

    Het belang van het kind (art. 3)

    De overheid, en alle volwassenen, moeten bij al hun beslissingen de belangen van kinderen voor ogen houden. Wat is het belang van het kind om wel of niet gevaccineerd te worden? Welke gevolgen ondervindt een kind, ten goede en ten slechte, van die beslissing? Het is prima om in dit debat als argument aan te halen dat kinderen mee een rol kunnen spelen in het beschermen van kwetsbaren in de samenleving. Veel kinderen zeggen zelf dat ze hun verantwoordelijkheid willen opnemen om bv. oma of opa te beschermen. Maar in allereerste instantie staat nog steeds het belang van het kind zélf voorop. Kinderen dwingen (door een vaccinatieplicht of door beperkingen in te voeren voor kinderen die niet gevaccineerd zijn) kan niet. Je zet hen dan als ‘middel’ in om anderen te beschermen terwijl ze er zelf geen belang bij hebben en geen actor in zijn. Dat is strijdig met het kinderrechtenverdrag. Elk kind beslist, samen met zijn of haar ouder(s) welke argumenten het zwaarst wegen. En dat is voor elk kind verschillend. Elk kind is anders.

    Het recht op overleving en ontwikkeling (art. 6)

    Het kinderrechtenverdrag verplicht elk land om te streven naar een zo goed mogelijk leven voor alle kinderen. Overleven en ontwikkelen duidt o.a. op alles wat met gezondheidszorg te maken heeft, maar gaat ook verder: het gaat over onderwijs, over je goed in je vel voelen, ergens bij horen, gehoord worden… Goed mogelijk dat sommige kinderen zelf kiezen voor vaccinatie om de kans te vergroten dat de school, jeugdwerking, sportclub voortaan open blijft.

    Het recht op participatie (art. 12)

    Elk kind heeft een eigen mening en mag die mening uiten. Volwassenen zijn volgens het kinderrechtenverdrag verplicht om rekening te houden met die mening. Ook in dit debat dus.

     

    Enkele rechten komen expliciet aan bod

    Naast deze basisprincipes, komen nog heel wat kinderrechten expliciet op tafel in dit debat. We halen er enkele aan:

    Recht op gezondheid (art. 24):

    Elk kind heeft het recht op een zo goed mogelijke gezondheid en op de best mogelijke gezondheidszorg. Dat betekent onder andere dat kinderen recht hebben op vaccinaties en dus dat het goed is dat de overheid er werk van maakt om coronavaccins beschikbaar te maken voor kinderen. Maar het betekent niet dat vaccinaties voor kinderen verplicht moeten zijn.

    Recht op informatie (art. 17):

    Kinderen hebben recht op informatie die begrijpelijk is voor hen en die hun welzijn, gezondheid en ontwikkeling bevordert. De overheid draagt een belangrijke verantwoordelijkheid om binnen dit thema informatie op maat van kinderen beschikbaar te maken. Voorlopig wachten we daar nog op. Deze factsheet, gemaakt door Defence for Children (Nederland) en i.k.v. het vaccineren van plus 12 jarigen, biedt alvast inspiratie om iets gelijkaardigs te ontwikkelen in Vlaanderen voor kinderen: Het recht op informatie is overigens voorwaardelijk aan het recht op participatie: kinderen kunnen maar meedenken en -beslissen indien ze beschikken over informatie die voor hen toegankelijk, duidelijk en begrijpbaar is.

    Recht op vrije tijd (art. 31), recht op onderwijs (art. 28), recht op samenkomst (art. 15):

    Eerder haalden we al aan dat élk kind deze rechten heeft, gevaccineerd of niet. Het staat buiten kijf dat kinderen en jongeren grote offers hebben moeten leveren tijdens (hele of halve) lockdowns. In dit debat komen deze rechten dan ook naar voren in het argument dat het vaccineren van kinderen mee kan helpen om schoolsluitingen, verbod op buitenschoolse activiteiten… te vermijden.

     

    Informeer kinderen, ouders, voogden, opvoeders, scholen, jeugdwerkers...  transparant, op maat en begrijpbaar over vaccinaties voor kinderen. Wat zijn kosten en wat zijn baten? Wat weten we zeker en wat  (nog) niet? Welke afwegingen kunnen ouders, samen met hun kinderen maken? Leg in je communicatie de focus op het belang van het kind en de noodzaak om kinderen te betrekken bij het nemen van de beslissing over het vaccin.

    3. Meer concrete aanbevelingen van Bataljong

    Besteed bijzondere aandacht aan gezinnen en kinderen in kwetsbare situaties.

    Of kinderen die kwetsbaar kunnen worden omdat ze de spil worden van het debat. Denk aan kinderen in problematische opvoedingssituaties, met taaldrempels (bv. ouders begrijpen geen Nederlands), binnen de jeugdzorg of van gescheiden ouders waarbij beide ouders een andere mening hebben. Lukt het voor alle partijen om dit gesprek aan te gaan? Hebben zij hierbij extra ondersteuning nodig? Waar kunnen zij info vinden? Kunnen zij weg met de uitnodiging? Tot wie kunnen kinderen zich richten? Deze gezinnen en kinderen ondersteunen vergt aanpak op maat van een lokaal bestuur en transversaal denken. Dit los je niet op met een generieke (communicatie)aanpak ‘van bovenuit’. Zoek hen zelf op. Zorg ervoor dat je op voorhand je lokale partners kent, om kinderen en ouders gericht door te verwijzen wanneer ze extra ondersteuning nodig hebben.

    Bij gescheiden ouders is het best zo dat beide ouders akkoord zijn. Eventueel kan een arts ook inschatten dat een kind zelf bekwaam is om te oordelen. In de praktijk zal er waarschijnlijk gevaccineerd worden zodra één ouder zich aanbiedt in het centrum met het kind. Er zal niet altijd een onderzoek starten naar of de andere ouder ook effectief akkoord geeft. Let toch op dat het kind geen spil wordt van het dispuut tussen beide ouders. De baten van vaccinatie wegen niet op tegen de psychologische kost van een loyauteitsconflict.

    Kies je niet voor individueel oproepen maar voor vaccinatie via collectiviteiten met partners? Wees je dan erg bewust van de voor- en nadelen.

    Samen met de klas naar het vaccinatiecentrum gaan (of op school gevaccineerd worden), kan bv. de drempel verlagen, zeker voor kwetsbare groepen, en kan de organisatie van vaccinatie versnellen of makkelijker maken. Een vertrouwde omgeving kan ook helpen om angst bij kinderen te vermijden. Maar er zijn ook nadelen. Moeten scholen  dan in beeld brengen welke ouders wel / niet voor vaccinatie kiezen? Gaan de klasgroep meteen gescheiden worden in zij die wel en zij die niet kiezen voor vaccinatie? Welke effect heeft dit op de groep? Of op stigmatisatie van kinderen?

    Vaccinatie kan angst inboezemen en een traumatiserende ervaring zijn. Zorg voor een kindvriendelijke aanpak

    Een kind 'prikken' is geen volwassene 'prikken'. Leid je personeel op om gepast in te spelen op de angst van kinderen. Zorg dat er vertrouwenspersonen aanwezig zijn. Coach die vertrouwenspersoon (bv. ouders) in hoe ze kunnen helpen. Plan extra tijd in om kinderen welkom te heten, uitleg te geven, te begeleiden… Laat je niet onder druk zetten door een strakke planning. Zorg voor een kindvriendelijke omgeving en inkleding. Laat de witte jassen achterwege. Besteed niet alleen aandacht aan duiding vooraf (eerlijk en op maat), maar ook aan nazorg. Tijdens de prik zelf kan je kinderen afleiden. Heeft het kind teveel angst? Ga het kind dan niet met volwassenen vasthouden, maar breek dan het vaccinatieproces af. Zorg voor een alternatief traject in een andere omgeving op een later tijdstip.

    Ga te raden bij ervaren kinderartsen, CLB-medewerkers, de mensen van de pediatrische afdeling in het ziekenhuis... Ze hebben heel wat bruikbare tips om deze medische ingreep goed aan te pakken en te duiden.

    Maak de omgeving van je vaccinatiecentrum kindvriendelijk

    Met de boosterprik en de vaccinatie van kinderen wordt het opnieuw een krioelen van toekomende en vertrekkende auto's, fietsers, voetgangers... rond je vaccinatiecentrum. Het grootste gevaar voor kinderen bij het vaccineren is misschien wel deze vaak chaotische en onaangepaste verkeerssituatie. Het ruimtelijk inzicht van kinderen is beperkt. Tracht waar mogelijk in te grijpen in de omgeving van je vaccinatiecentrum. Gebruik de principes van een veilige schoolomgeving.

    Let op met communicatie zoals “een prik naar de vrijheid” of “een poort naar ontelbare knuffels.”

    Dat werkt erg sturend en roept steeds meer weerstand op. Ze bevat beloftes die mogelijk niet waargemaakt worden (dat leerde ons al de vierde golf). “Een prik om je naaste te helpen beschermen” of “een prik voor jezelf” is misschien niet zo wervend maar wel correct.

    Elke beslissing is OK.

    Niet stigmatiseren kan immers een uitdaging worden in de communicatie. Het is een gevoelig maatschappelijk debat. Elke gedragen keuze is een goede keuze, en kinderen verdienen ook in de omgang een gelijke behandeling, gevaccineerd of niet. Lokale besturen hebben een cruciale rol om elk kind en elke ouder vanuit openheid, begrip en objectiviteit te versterken in de gedragenheid van zijn keuze.

     

     

    Contacteer ons

    Bataljong vzw
    Ossenmarkt 3
    2000 Antwerpen
    03/821.06.06
    info@bataljong.be

    Volg Bataljong