fbpx Werf 4 - Heeft breed jeugdbeleid nieuwe doelgroepen nodig? | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Werf 4 - Heeft breed jeugdbeleid nieuwe doelgroepen nodig?

1. Waarover gaat deze werf?

Elke schepen is schepen van jeugd en elke ambtenaar doet aan dienstverlening voor kinderen en jongeren. De toegenomen focus op breed jeugdbeleid - sterk beleid voor jonge inwoners - waarvoor strategisch beleid met mandaat een sleutel is, doet de vraag rijzen of we ook andere dan onze standaard doelgroepen moeten aanboren bij onze leden. Wie kan of moet Bataljong nog bereiken naast de schepen van jeugd en de jeugdambtenaar?

2. Hoe zijn we aan de slag gegaan rond deze werf?

We organiseerden 2 focusgesprekken met een heel divers pallet aan politici en ambtenaren (burgemeester, schepen van jeugd, algemeen directeur, diensthoofd vrije tijd, jeugdconsulenten…). Jeugdbeleid kent een diversiteit aan verschijningsvormen. Die diversiteit wilden we in beeld brengen.

3. Welke analyses hebben we gemaakt en hoe vertaalde dit zich in de beleidsnota?

We prioritiseerden de (potentiële) doelgroepen als het gaat over inhoudelijke ondersteuning:

  1. Primaire focus: jeugdambtenaar. Dit is de expert van (de leefwereld van) kinderen en jongeren. Dit is onze prioritaire doelgroep. Ons ondersteuningsaanbod is in principe steeds op hen gericht. Zij hebben zelf ook straffe linken met oa. de jeugdraad en schepenen van jeugd.
  2. Secundaire focus: schepenen van jeugd, managers jeugd (vertegenwoordiger van kinderen en jongeren in het MAT) en de jeugdraad. Deze doelgroepen bedienen we ook rechtstreeks, zij het in mindere mate dan jeugdambtenaren. Als we aanbod voorzien voor deze doelgroepen worden jeugdambtenaren hierbij uitgenodigd of minimaal geïnformeerd.
  3. Tertiaire focus: andere ambtenaren of schepenen. Hen bedienen we alleen rechtstreeks in bovenlokale partnerschappen (vb. met VVSG) of via projecten.

Deze prioritisering vormt ons kompas op vlak van het bepalen van doelgroepen bij inhoudelijke ondersteuning binnen breed jeugdbeleid. Ook voor beleidsparticipatie en regie vrijetijdsaanbod blijft dit een goede prioritisering. Managers jeugd worden vooralsnog minder bereikt, als willen we hier wel stappen in zetten (oa. via kindvriendelijke trajecten, in samenwerking met VVSG…).

In de beleidsnota ligt de focus hoofdzakelijk op de primaire en secundaire doelgroep. Voor bereik van de tertiaire doelgroep liggen de grootste kansen bij trajecten richting label kindvriendelijkheid, het Netwerk bij projecten zoals Jonge Wegweters over mobiliteit en eventuele partnerschappen rond kinderarmoede.

4. Welke analyses hebben we gemaakt en hoe vertaalde dit zich in de beleidsnota?

  • De prioritisering blijft ons kompas. We kregen echter wel de feedback vanuit de Vlaamse Overheid om niet te breed te gaan. Dit tegen de evoluties die we lokaal zien in. De tendens naar breed jeugdbeleid, vergt brede en stevige ondersteuning. Onder meer ambities rond werken rond kinderarmoede (in partnerschappen) en de vraag naar een verhoogde investering rond kindvriendelijkheid (label en Netwerk Jeugdvriendelijk) werden niet gehonoreerd.
    • Feedback vanuit Vlaanderen op de plannen rond kinderarmoede: Bataljong voorziet om een actieplan op te maken en projectente ontwikkelen over kinderarmoede (OD 1.4). Dit is geen taak voor Bataljong: de Vlaamse overheid subsidieert o.m. het Netwerk Tegen Armoede en de verenigingen waar armen het woord nemen.
    • Feedback vanuit Vlaanderen op de plannen rond de labelwerking: Bataljong reikt het label kindvriendelijke steden en gemeenten uit en coördineert de stuurgroep (OD 1.5). KeKi verzorgt het secretariaat. Een inzet van 0,3 VTE kan volstaan om de stuurgroep samen te brengen en de jury te begeleiden.
    • Feedback vanuit Vlaanderen op de plannen rond het Netwerk: Bataljong beoogt ook om het Netwerk Jeugdvriendelijk te faciliteren en te voeden (OD 1.6). Het is jammer dat de insteek jeugdvriendelijk geen rode draad is doorheen de SD over breed jeugdbeleid. Bataljong duidt niet hoe dit netwerk zich verhoudt tot de commissie breed jeugdbeleid. Ze benoemt evenmin welke rol de leden opnemen hoewel dit netwerk bottom-up is ontstaan. We kunnen verwachten dat de leden projectideeën initiëren, internationale contacten leggen en inhoudelijke bijdragen communiceren. Dit netwerk is dan ook in de eerste plaats een uitwisseling tussen lokale besturen die vergelijkbaar is met andere initiatieven bij OD 1.2. Bataljong rekent op de tewerkstelling van een netwerkcoördinator (0,75 VTE): de inzet van 0,2 VTE kan volstaan om twee keer per jaar een netwerkactiviteit te organiseren.
  • Kansen om doelgroepen ruimer dan jeugdambtenaren, schepenen van jeugd en jeugdraders te bereiken worden op die manier toch beperkt. Nochtans hebben die managers jeugd, andere ambtenaren en schepen lokaal ook sleutels in handen om het verschil te maken voor jonge inwoners.
  • Werken rond kinderarmoede werd geschrapt uit de beheersovereenkomst. We hopen hierrond nog te kunnen werken in de toekomst via projectmiddelen. Ondersteuning van de labelwerking kwam in de beheersovereenkomst. Na ongeruste reacties van lokale besturen en partners, kreeg het Netwerk Jeugdvriendelijk een voorlopige overeenkomst voor 2021.

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong

Nieuwsbrief