fbpx Jeugdambtenaar in LIVC R | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Jeugdambtenaar in LIVC R

Home»Boost je kennis»Brede jeugdreflex»Geïntegreerd werken»Jeugdambtenaar in LIVC R

Jeugdambtenaar in LIVC R

LIVC wat? De letters staan alvast voor Lokale Integrale VeiligheidsCel inzake Radicalisme, extremisme en terrorisme. Sommigen onder jullie hebben hier nog nooit over gehoord. Anderen wel, maar zijn niet geneigd er over te praten. Waarom doen wij dat dan wél? Verschillende redenen:

  • het is te belangrijk voor kinderen en jongeren om het níét te doen
  • we krijgen signalen van leden die zich vragen stellen of zich niet goed voelen in hun LIVC R
  • we krijgen signalen van partners dat jeugdambtenaren worstelen met de ethische vraagstukken in een setting als deze
  • we zien stilaan een toenemende focus op veiligheidsbeleid.

Tijd dus om in de lokale veiligheidswereld te duiken. Wij deden dat via een werkgroep met allerhande partners zoals Uit De Marge, het Kenniscentrum Kinderrechten, de Vlaamse Kinderrechtencoalitie, VVSG, Departement Cultuur, Jeugd en Media, de Vlaamse Jeugdraad, LIVC R-ambtenaren en jeugdambtenaren die deel uitmaken van een LIVC R uit verschillen steden en gemeenten.

Verder voerden we een zevental focusgesprekken met ambtenaren vanuit zes steden en gemeenten om te polsen naar lokale praktijken, tendensen, kansen en pijnpunten. Die formele gesprekken werden nog aangevuld met meer informele contacten en gesprekken in diverse settings.

Snel naar
1. Wat is een LIVC R?
2. Wie zijn de kernspelers van een LIVC R?
3. Wat gebeurt er op/in zo'n LIVC R? Waarover kan en mag er gepraat worden?
4. Waarom zou je wel of niet deelnemen aan de LIVC R?
5. Welke rol kan de jeugdambtenaar of diens verantwoordelijke opnemen?
6. De grootste aandachtspunten nog even op een rijtje

1. Wat is een LIVC R?

Oorsprong en definitie

Een Lokale Integrale VeiligheidsCel inzake Radicalisme, extremisme en terrorisme. Deze cel vindt zijn oorsprong in 2013-2014 door onrust, protesten, de aanslag op het joods museum, vertrekkers naar oorlogsgebied (Foreign Terrorist Fighters), enz.

De reactie van de Vlaamse Overheid op deze gebeurtenissen was de opmaak van het ‘Actieplan ter preventie van gewelddadige radicalisering’ van 3 april 2015. In de schoot van dit actieplan wordt elk lokaal bestuur verplicht om een lokale integrale veiligheidscel radicalisering in te richten. Concreet kreeg dit vorm via een federale wet en een Vlaams decreet. Een LIVC R wordt daarin als volgt omschreven:

Het LIVC R is een multidisciplinair casusoverleg met als doel het voorkomen van terroristische misdrijven door de situatie van personen die signalen van radicalisering vertonen gezamenlijk te bespreken en, eventueel, een geïndividualiseerd opvolgingstraject voor hen uit te werken.

Anders gezegd, verschillende lokale actoren bespreken samen bepaalde situaties of personen waarvan ze vermoeden dat er een risico op radicalisering bestaat.

Radicalisering, what's in a name?

De term radicalisering is een containerbegrip dat op heel diverse fenomenen en richtingen kan slaan. We spreken vaak over radicalisering wanneer we eigenlijk extremisme of terrorisme bedoelen. In het kader rond de LIVC R, wordt voor ‘radicalisering’ gekozen, omdat het een voorloper kan zijn voor extremisme en terrorisme, maar wordt tegelijk geen strikt afgebakende definitie van radicalisering (of deradicalisering) ingebouwd. Dit geeft enerzijds het voordeel dat er zeer contextspecifiek kan gehandeld worden. Anderzijds creëert de vaagheid van het begrip ook het risico dat elke vorm van wangedrag in de scope van een LIVC R kan komen te liggen. Daarom raden we aan om binnen de eigen LIVC R het begrip radicalisering wél af te bakenen of te operationaliseren.
Uit De MargeExpoo,… verzamelden hier al helder en bruikbaar materiaal rond. Klasse werkte eveneens een dossier uit – met toegankelijk materiaal om met kinderen en jongeren hierover in gesprek te gaan.

De LIVC R krijgt in het wettelijk kader een ‘socio-preventief’ statuut, waardoor ook vóór het plaatsvinden van feiten of problemen al ingegrepen kan worden. Het Kinderrechtencommissariaat benoemt mooi de spanning tussen preventie en detectie die onvermijdelijk in een LIVC R speelt, maar niet per definitie onoverkoombaar is:

Preventie moet respect, vertrouwen, openheid en vermoeden van onschuld als basisprincipe hanteren. Het mag geenszins vertrekken vanuit wantrouwen en achterdocht.
Kinderrechtencommissariaat

Een LIVC R kan zowel lokaal als bovenlokaal worden georganiseerd, bv. in een politiezone. Benieuwd of er in jouw gemeente ook een LIVC R is? Dat antwoord is wellicht het snelst te verkrijgen bij je burgemeester. Er is immers maar weinig te vinden over de concrete lokale cellen, ondanks het principe van openbaarheid van bestuur.

2. Wie zijn de kernspelers van een LIVC R?

Uitnodiging van de burgemeester

Het komt erop neer dat quasi iedereen op uitnodiging van de burgemeester (= initiatiefnemer en verantwoordelijke LIVC R) of zijn afgevaardigde, kan deelnemen aan het overleg van zodra ingeschat wordt dat deze persoon een waardevolle bijdrage kan leveren in het (casus)overleg.

Deze actoren zijn er altijd bij

In de praktijk zien we dat minstens volgende actoren deelnemen aan de LIVC R

  • Burgemeester
  • De coördinator – preventieambtenaar
  • Een afvaardiging vanuit het politiekorps – de information officer en/of korpschef (deze persoon zorgt ook voor de verbinding met de Lokale Taskforce, zie verderop)

Deze actoren kunnen deelnemen

In het decreet staat een uitgebreide lijst van actoren die kunnen deelnemen aan de LIVC R, waaronder

  • CLB
  • Scholengemeenschappen
  • Sociale dienst
  • Justitiehuis
  • Dienst burgerzaken
  • Jeugdactoren (jeugdwelzijnswerker, jeugdambtenaar, diensthoofd vrije tijd, ….)

Tegelijk laat het decreet ook de openheid voor actoren die niet in de lijst staan om deel te nemen. Daarnaast is het zowel voor beroepskrachten als vrijwilligers mogelijk om aan te sluiten op een overleg van de LIVC R. Dit kan structureel zijn, of ad hoc – gelinkt aan een specifieke casus of situatie.

Elke LIVC R ziet er anders uit – dat bleek ook uit onze eigen verkenning. Die openheid laat toe om context- en casusgericht te werk te gaan, maar houdt ook in dat er in elke LIVC R andere perspectieven en expertises aan tafel zitten.

Jeugdactoren in een LIVC R?

Wat in de lijst in het decreet opvalt is het grote aantal jeugdactoren die expliciet opgesomd staan, toch blijkt het in de praktijk eerder in een minderheid van de cases over minderjarigen te gaan. Wel worden minderjarigen regelmatig als deel van de context van een casus besproken. Het is dus van groot belang dat elke LIVC R er waakzaam voor is om de besproken kinderen en jongeren (ook als ze niet de focus van een casus zijn) extra te beschermen en hun kinderrechten in acht te nemen.

3. Wat gebeurt er op/in zo’n LIVC R? Waarover kan en mag er gepraat worden?

Strategische en operationele tafel

Er zijn 2 grote onderdelen in een LIVC R. Er is enerzijds een strategische ‘tafel’, dat is beleidsgericht of themagericht overleg. Hierin wordt een lokale aanpak uitgewerkt, worden signalen gebundeld en doorgegeven en wordt het bestaande beleid opgevolgd en bijgestuurd. Dit deel van een LIVC R verschilt niet zo heel veel van andere overlegvormen of structuren.

Daarnaast is er een operationele ‘tafel’ – het casusoverleg. In dit overleg wordt het mogelijk om personen of situaties in de diepte te bespreken, vertrouwelijke of geheime informatie uit te wisselen en, waar nodig geacht, een vorm van opvolging uit te werken. Dit is waar een LIVC R verschilt van ander beleidsoverleg en waar we je via deze pagina verder over informeren (ook bij de voorbereiding, de opmaak en de uitrol van het wettelijk kader – zie lijstje onderaan).

‘Het geheim van de tafel’

Om tussen verschillende diensten, organisaties, beleidsdomeinen,… en tussen beroepskrachten en vrijwilligers met en zonder beroepsgeheim, ambtsgeheim en discretieplicht te kunnen uitwisselen, kan de LIVC R beroep doen op ‘het geheim van de tafel’ zoals het omschreven staat in Art 458 ter van het Strafwetboek (= de wet op het beroepsgeheim). Daarin wordt het mogelijk om in specifieke situaties relevante en noodzakelijke informatie te delen tussen beroepskrachten en vrijwilligers, ook als die zelf geen beroepsgeheim hebben.

Kortgezegd houdt ‘het geheim van de tafel’ in dat alles wat gezegd wordt niet verder gedeeld wordt met mensen die niet aan de tafel zaten. Het betekent ook dat de gedeelde informatie niet zomaar in de eigen dossiers mag opgenomen worden, dat je niet zomaar iets met de informatie van andere stakeholders mag doen en dat je enkel zaken deelt die ‘need to know’ zijn (in tegenstelling tot wat ‘nice to know’ is). Er zijn uiteraard ook uitzonderingen of specifieke zaken, zoals wanneer er een vaste vertegenwoordiger voor een organisatie aansluit. Wil je graag meer weten, check dan zeker het draaiboek van de VVSG.

Doorstroom van informatie

De LIVC R maakt deel uit van het bredere ‘Actieplan ter preventie van gewelddadige radicalisering’, waarin acties op alle beleidsniveaus uitgewerkt staan – van Nationale Veiligheidsraad tot LIVC R. Er is tussen die verschillende organen ook telkens een vorm van informatiedoorstroom voorzien. Voor de LIVC R is het de ‘information officer’ (de korpschef of een vertegenwoordiger) die de brug maakt met de Lokale Task Force (LTF). Dit overleg focust op de opvolging van personen die een effectieve dreiging vormen, die reeds feiten gepleegd hebben en die dus politioneel opgevolgd worden. Dit overleg is op haar beurt verbonden via de nationale taskforce aan het OCAD (het federale coördinatieorgaan voor dreigingsanalyse). Dit betekent dat de informatie die gedeeld wordt op een LIVC R via de information officer ook bij de LTF en bij OCAD kan terecht komen en/of kan gebruikt worden in een strafrechtelijk onderzoek. De terugkoppeling naar de LTF kan enkel gebeuren na goedkeuring bij consensus door alle effectief deelnemende leden van de LIVC R.

Het is belangrijk dat je weet hoe verregaand een opvolging kan zijn voor bepaalde personen, als bepaalde informatie effectief doorstroomt naar de LTF. Een LIVC R heeft een preventieve doelstelling, waardoor informatie gedeeld wordt nog voor er effectief feiten of problemen zijn. Als goedbedoelde bezorgdheden tot effect hebben dat mensen op een federale lijst terecht komen en dat daardoor een deel van hun rechten en vrijheden ingeperkt worden, dan mist de LIVC R haar doel.

Wees je daarom goed bewust van de plaats van een LIVC R in de ruimere veiligheidsketen en ijver ervoor om eigenaarschap te houden over de informatie die je meegeeft aan de LIVC R.

4. Waarom zou je wel of niet deelnemen aan de LIVC R?

Geen verplichting

Niemand is verplicht om deel te nemen aan de LIVC R. Als je (als beroepskracht) weigert, wordt wel gevraagd om dat gemotiveerd te doen (en die motivatie dus op papier te zetten). Ook wanneer je wel deelneemt aan een LIVC R, ben je niet verplicht om informatie te delen. Je hoeft dus niets te zeggen of te delen als je twijfelt of de informatie noodzakelijk of relevant is. Het is verstandig om op voorhand goed af te wegen of je ingaat op de uitnodiging om, al dan niet sporadisch, deel van de LIVC R uit te maken.

Ethische en praktische afwegingen

Die afwegingen kan je maken op basis van een aantal ethische en praktische overwegingen:

  • Is er een duidelijk afsprakenkader?
    • Is het duidelijk wat jouw rol, jouw rechten en plichten zijn binnen het overleg?
    • Heb je het gevoel dat je voldoende ervaring, ruggensteun en zelfvertrouwen hebt om je rol te spelen in zo’n overleg?
    • Is het duidelijk hoe met de gedeelde informatie wordt omgegaan? Worden de rechten van de besproken casussen en hun context voldoende beschermd en in de gaten gehouden?
       
  • Is de agenda duidelijk?
    • Is het helder hoe agendapunten, casussen, topics aangereikt kunnen worden?
       
  • Hoe is de LIVC R samengesteld?
    • Zit iedereen op gelijke hoogte?
    • Is er vertrouwen tussen de deelnemers?
    • Kan je evenwaardig mee aan tafel schuiven?

Heb je bij één van deze elementen het gevoel dat het niet goed zit, dat er twijfels zijn, bespreek deze dan met je collega of diensthoofd. Ga na of er binnen de LIVC R openheid is om ze aan te kaarten. Indien niet, stap je beter niet in het overleg.

De juiste persoon op de juiste plaats

Een andere belangrijke afweging die je moet maken als je uitgenodigd wordt voor een LIVC R, is of je de juiste persoon op de juiste plaats bent. Er wordt op het overleg vertrouwelijke en dus gevoelige informatie over de casussen en hun context gedeeld. Zit je in een positie waarin deelname aan de LIVC R jouw vertrouwensband met een jongere of een gezin kan schaden, of waarin je informatie krijgt die jouw werk met een jongere of gezin bemoeilijkt, dan is het mogelijk om een ‘vaste vertegenwoordiger’ te laten aansluiten op de LIVC R. Die vaste vertegenwoordiger is dan een collega of diensthoofd die verder van de casus afstaat en die in samenspraak met jou beslist welke info gedeeld wordt op het overleg, welke informatie teruggekoppeld wordt naar jou en (eventueel) naar de jongere of het gezin zelf.

Terugkoppelen naar de betrokkene

Over dat laatste – het terugkoppelen naar de casus zelf – zijn er weinig handvatten te vinden in het wettelijk kader. De GDPR-wetgeving (het recht om te weten welke gegevens over jou verzameld worden) en het politionele ‘geheim van het onderzoek’ komen hier soms in botsing te staan. Het is goed om te weten dat er geen algemene regel is dat er niet over de LIVC R gecommuniceerd mag worden. Tenzij er duidelijke indicaties zijn die door de politionele actoren in het overleg aangegeven worden, kan en mag je dus gerust aan een jongere laten weten dat zijn/haar casus besproken werd op de LIVC R.

Kortom, het is belangrijk dat je op voorhand goed weet wat je rechten en plichten zijn voor, tijdens en na het overleg. Dat je weet wat er gebeurt met bepaalde informatie en hoe jij en anderen hiermee moeten omgaan.

5. Welke rol kan de jeugdambtenaar of diens verantwoordelijke opnemen?

Kinderrechten bewaken

In de praktijk zien we dat waar de jeugdambtenaar deel uitmaakt van de LIVC R deze vaak een nuancerende rol opneemt. Een jeugdambtenaar heeft soms meer context over de gezinssituatie van een bepaalde persoon via contacten tijdens het (vakantie-)aanbod, of kan kaderen in welke leefomgeving jongeren zich bevinden. De jeugdambtenaar is degene die de rol opneemt van ‘bewaker der kinderrechten’. Hij of zij waakt erover dat de kinderen of jongeren die gekoppeld zijn aan een casus zo goed mogelijk beschermd kunnen worden, en dat bij elke mogelijke actie de belangen van het kind voorop worden gezet.

Evenwaardige positie

Omwille van deze cruciale rol voor de jeugdambtenaar, is het belangrijk dat je als jeugdambtenaar een evenwaardige positie aan tafel hebt, dat je zaken in vraag kan en mag stellen. Voel je dat dit niet zo is, overweeg dan om je diensthoofd of een partner mee te nemen die wel het nodige gewicht in de schaal kan leggen.

‘De belangen van het kind voorop zetten’ klinkt goed, maar is in de praktijk minder makkelijk te bewaken of realiseren. Hier lees je hoe je die belangen van het kind in de praktijk kan toepassen.  

Weet dat bij een groot deel van de casussen op een LIVC R kinderen en jongeren betrokken zijn. Daarom niet als casus zelf, maar de volwassenen die besproken worden hebben soms ook kinderen in hun gezin of netwerk. En net in die gevallen wordt het belang van die kinderen wel eens over het hoofd gezien.

Trapsgewijze aanpak

In het standpunt van De Kinderrechtencoalitie en het advies van het Kinderrechtencommissariaat wordt gepleit voor een bewuste trapsgewijze aanpak wanneer het om kinderen en jongeren gaat in een casus. De idee is dat de opvolging en begeleiding van minderjarigen in eerste instantie wordt overgelaten aan de zorg- en hulpverlening, buiten de context van de LIVC R. Pas als er zeer duidelijke tekenen van radicalisering zijn, kan een minderjarige besproken worden op de LIVC R – waarbij de kinderrechtenpartners er nadrukkelijk voor pleiten om zo weinig mogelijk persoonsgegevens te noteren en te verwerken.

Dit advies werd niet meegenomen in het decreet, maar vinden we als Bataljong wel een zinvolle aanpak. Probeer, waar mogelijk, zelf lokaal die extra reflectie in te voeren wanneer kinderen en jongeren ter sprake komen in het casusoverleg.

6. De 6 grootste aandachtspunten nog even op een rijtje

Je merkte het wellicht al, deelnemen aan een LIVC R is geen eenvoudige opdracht. Zoals in elk multidisciplinair overleg, waar vertrouwelijke informatie wordt gedeeld schuilen er tal van gevoeligheden en gevaren. Het is van groot belang om je daar bewust van te zijn en voldoende afwegingen te maken vooraleer je beslist om deel te nemen aan de LIVC R.

Indien je deelneemt, is het goed om te weten welke mogelijke gevolgen er kunnen zijn naar aanleiding van een casusbespreking. We sommen hieronder de 6 grootste gevaren op.

Inhoud
Afwezigheid duidelijk afsprakenkader

De afwezigheid van een duidelijk afsprakenkader dat gekend is door de deelnemers. Het is cruciaal voor een LIVC R dat álle deelnemers, structureel of ad hoc, op de hoogte zijn van het doel en verloop van een LIVC R, de bijhorende geheimhoudingsplicht, de mogelijke informatieflow van een casus, de rechten en plichten van een deelnemer, …

Andere invulling van begrippen

Radicalisme, extremisme en terrorisme zijn begrippen die door elke persoon anders kunnen worden ingevuld. Het is belangrijk dat de LIVC R goed doorspreekt welke casussen of situaties thuis horen op dit overleg, en welke niet. In de praktijk zien we dat de thema’s op dit overleg soms heel breed worden genomen – vaak ook uit pragmatisme. In veel gemeenten is dit het enige structureel overleg waar een jeugdambtenaar rond de tafel zit met politie en burgemeester, en waar deze verschillende partijen nog heel wat andere topics met elkaar kunnen bespreken. Dat is in se niet de bedoeling van dit overleg en raden we ook af. Er zijn andere overlegstructuren en formats die beter geschikt zijn voor die thema’s, denk aan een (jeugd)welzijnsoverleg, een overleg samenleven,…

Vertrouwensband tussen deelnemers LIVC R

We weten dat een goede werking van een LIVC R staat of valt met opgebouwd vertrouwen tussen de deelnemers. Het is belangrijk dat je erop kan vertrouwen dat gemaakte afspraken opgevolgd worden en dat er begrip is voor elkaars rol en functie in de relatie met besproken casussen. Ieder heeft zijn evenwaardige rol te spelen, zowel de burgemeester als de ambtenaar of hockeycoach.  Alle machtsverhoudingen moeten tijdens dit overleg wegvallen (of minstens bespreekbaar gemaakt worden) om op een juiste en vertrouwelijke manier om te gaan met de casussen en met elkaar.

​​​​​​​Vertrouwensband met kinderen, jongeren en gezinnen

In de praktijk zijn heel weinig personen ervan op de hoogte dat zij worden besproken op de LIVC R. Dat is in strijd met de privacywetgeving en kan nefast zijn voor de band met je doelgroep. Nochtans kan informeren wel als

  • iedere deelnemer binnen de LIVC R op de hoogte is en akkoord gaat;
  • de informatie die gedeeld wordt met de betrokken persoon zich beperkt tot het ter kennis brengen dat hij/zij voorwerp is van bespreking (verdere informatie uit het casusoverleg kan dus niet gedeeld worden met de betrokkene);
  • er geen gevaar is voor schending van het geheim van het onderzoek.
Geheimhoudingsplicht

'Alle deelnemers aan het overleg zijn tot geheimhouding verplicht voor de geheimen die tijdens het overleg worden meegedeeld. Eenieder die dit geheim schendt riskeert straffen bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek. De geheimen die tijdens dit overleg worden meegedeeld, kunnen slechts aanleiding geven tot strafrechtelijke vervolging van de misdrijven waarvoor het overleg werd georganiseerd.’ Opgepast dus met data, collega’s mogen deze niet kunnen terugvinden. Denk ook eens goed na over hoe of bij wie je wél kan ventileren als je daar nood aan hebt.

Informatieflow

De informatie die gedeeld worden binnen een LIVC R kan onder bepaalde voorwaarden gedeeld worden met de Lokale Task Force, die op haar beurt in verbinding staat met het OCAD. Als er te snel of te onbezonnen informatie wordt gedeeld, kan dit impact hebben op de rechten en vrijheden van de betrokken casussen. Wees je daarom bewust van de plaats van de LIVC R in de veiligheidsketen en streef ernaar om eigenaarschap te houden over de informatie die je meegeeft in de LIVC R.

Afbeeldingsinformatieflow

 

Tot slot

Doorheen het traject en de gesprekken met partners en jeugdambtenaren die we voerden rond dit thema, is heel erg duidelijk geworden dat het LIVC R-verhaal, geen simpel verhaal is. Het is een overleg waar hulpverlening en sociale actoren samenkomen met repressieve actoren, een verhaal waar veiligheid en welzijn elkaar moeten vinden. Dat verhaal schuurt en botst soms, wanneer we te weinig rekening houden met de verschillende logica’s, perspectieven en doelen die spelen. Het spreekt vanzelf dat dit niet in elke LIVC R vlot verloopt. En in andere wel.


De regelgeving dekt niet alles en heel veel hangt af van personen, onderlinge relaties en vertrouwen. Dat maakt een LIVC R een ietwat hachelijke onderneming – die enkel met voldoende professionaliteit, ervaring en ethiek tot een goed einde kan gebracht worden.

Er valt nog heel wat te schrijven en te informeren over dit onderwerp. En dat is grotendeels reeds gedaan. We verwijzen je voor alle regelgevende informatie graag door naar de publicaties van VVSG. Zij hebben in opdracht van het Agentschap Binnenlands Bestuur een draaiboek opgemaakt en vraag- en antwoordfiches waarin je nog heel wat informatie kan terugvinden. Deze draaiboeken zijn een goede basis om de ‘dingen juist te doen’. Je zal echter al eens merken, in een complex verhaal als dit, dat dit niet altijd hetzelfde is dan de ‘juiste dingen doen'. Als het schoentje daar al eens knelt, raadpleeg ook nog onze webpagina rond deontologie. 

Liever even in gesprek gaan hierover? Geef gerust een seintje aan Bieke of Jolijn.

De Haene
Jolijn
Netwerk Jeugdvriendelijk en breed jeugdbeleid
0470 95 06 19
Nackaerts
Bieke
Regionale ondersteuning Limburg
03 821 06 09

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong

Nieuwsbrief