fbpx Beleidsdossier: geïntegreerd jeugddecreet | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Beleidsdossier: geïntegreerd jeugddecreet

Deze pagina is gemaakt op 5 september 2022 en werd voor het laatste geüpdatet op 5 april 2023.

De Vlaamse regelgeving voor jeugdwerk en -beleid verandert. Zo komt er onder impuls van Vlaams minister van jeugd Benjamin Dalle een geïntegreerd jeugddecreet. Wat komt er op ons af? Lees het hier.

Snel naar...

  1. Wat is het geïntegreerd jeugddecreet? 
  2. Wat is het standpunt van Bataljong?
  3. Update 13 december 2022: Conceptnota - Wat is de verwachte impact op lokaal jeugdbeleid?
  4. Update 5 april 2023: Tweede voorontwerp decreet - Wat is de verwachte impact op lokaal jeugdbeleid?

1. Wat is het geïntegreerd jeugddecreet?

Samenbrengen van 4 bestaande decreten

Vlaams minister van jeugd Benjamin Dalle heeft als ambitie om tijdens deze legislatuur 4 verschillende Vlaamse decreten samen te brengen en te stroomlijnen naar een geïntegreerd jeugddecreet. Het gaat om deze vier decreten.

  1. Vernieuwd Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid
  2. De subsidiëring van het bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen
  3. De ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid
  4. Aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector (DAC)

Concreet is het de bedoeling te zorgen voor zowel een juridische als een inhoudelijke hertekening van het regelgevend kader.

7 uitgangspunten

Vlaanderen schoof bij aanvang van het traject naar dit geïntegreerd decreet de volgende uitgangspunten naar voor.

  1. Een jeugdbeleid met een sterk jeugd- en kinderrechteninstrumentarium én een sterk ondersteuningsbeleid.
  2. Een Vlaams jeugdbeleid dat vertrekt vanuit een complementariteit met het lokale en bovenlokale niveau.
  3. Een jeugdbeleid waar participatie centraal staat.
  4. Een divers jeugdwerk vertrekkende vanuit een duidelijk en coherent subsidiëringsbeleid.
  5. Een jeugdbeleid met rechtszekerheid voor alle structureel ondersteunde organisaties.
  6. Een efficiënte bovenbouw waar samenwerking centraal staat. 
  7. Een wetenschappelijk onderbouwd jeugdbeleid.

Timing van het traject

Najaar 2021 De jeugdsector (waaronder Bataljong) wordt betrokken bij een eerste participatieronde.
Mei 2022 

De grote lijnen van een synthesenota worden voorgesteld en bediscussieerd op een grootschalig participatiemoment.

Juli 2022 De Vlaamse Regering keurt een conceptnota van het jeugddecreet goed. 
Augustus 2022 - mei 2023 Opmaak, advisering, herwerking en goedkeuring van ontwerp van decreet
Maart - december 2023 Opmaak, advisering, herwerking en goedkeuring van uitvoeringsbesluiten

2. Wat is het standpunt van Bataljong?

Bataljong is als belangenbehartiger van lokaal jeugdbeleid uiteraard actief betrokken bij deze veranderingen. Hieronder enkele van onze standpunten, die vorm kregen in onze bestuursorganen zoals de thematische commissies bestaande uit leden en partners. 

Meer dialoog tussen Vlaanderen en lokale besturen

Bataljong pleit standaard voor meer overleg tussen lokale besturen en Vlaanderen. Dit om Vlaams jeugdbeleid aanvullend te laten werken op het lokaal jeugdbeleid. Enkel met een goede afstemming en versterking tussen beide beleidsniveaus, kan er een verschil gemaakt worden voor alle kinderen en jongeren. 

Concreet stellen we voor:

  • Meer structureel overleg in te bouwen tussen lokaal en Vlaams (bvb. bij reflectiegroepen, omtrent JKP...). Ook bij deze decreetoefening stimuleren wij actief de betrokkenheid van lokale besturen.
  • Projectoproepen vanuit Vlaanderen ook te richten op lokale besturen, daarbij hun regierol erkennend
  • Afstemming met lokale besturen omtrent de modaliteiten voor de erkenning, subsidiëring en ondersteuning van bovenlokale jeugdwerkingen (zoals WMKJ's, jeugdhuizen en organisaties voor kinderen en jongeren met een beperking).

Daarbij is een Vlaamse Overheid nodig dat lokaal jeugdbeleid stimuleert, verbindt, onderzoekt en monitort. 

Zorg voor een decretale opdracht rond lokaal jeugdbeleid

In het huidige decreet lokaal jeugdbeleid staan niet meer zoveel bepalingen voor lokale besturen. Sinds de inkanteling van de specifieke Vlaamse prioriteiten en subsidies voor lokaal jeugdbeleid in het gemeentefonds in 2013, bepalen lokale besturen zelf de prioriteiten en financiering van hun jeugdbeleid. Wat wel nog in het decreet staat is de verplichting van een lokale jeugdraad en de financiering van het jeugdbeleid in VGC (Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel) en vzw De Rand. 

Bataljong ziet het geïntegreerd decreet als een potentieel kwaliteitskader voor lokale besturen. Waarbij een sterk visiekader uitgewerkt wordt, zonder teveel regels, controle of planlast voor lokale besturen. Zo speelt de Vlaamse Overheid haar rol als kwaliteitsinspirator, zonder de lokale autonomie te ondergraven. We pleiten er dan ook voor om lokaal jeugdbeleid te blijven behandelen in het nieuwe decreet én om een minimumkader decretaal vast te leggen. We willen daarbij de drie kernopdrachten van lokale besturen verankerd zien:

  1. De brede jeugdreflex integreren in het gemeentelijk beleid;
  2. Regie voeren over de vrijetijdskansen van kinderen en jongeren;
  3. De participatie van kinderen en jongeren aan het beleid faciliteren en garanderen. 

Bataljong blijft hierbij voorstander van de verplichting tot de erkenning én ondersteuning van een lokale jeugdraad. We zien de jeugdraad als deel van een gamma aan lokale participatie-initiatieven voor kinderen en jongeren.

  • De lokale jeugdraad wordt best niet a priori samengesteld uit (verplichte) vertegenwoordigers van jeugdwerkverenigingen (zoals in het huidige decreet staat), want dat verengt meteen de inhoudelijke scope en ondermijnt in de praktijk vaak een diepgaander participatieproces. Een moderne lokale jeugdraad bestaat in de eerste plaats uit jongeren die de stem van andere jongeren willen vertegenwoordigen naar het lokaal bestuur toe. Die kunnen gevonden worden in het jeugdwerk, of elders.
  • De thematische scope moet voldoende ruim zijn en gaan over brede thema's die leven onder jongeren (mentaal welbevinden, plek in de openbare ruimte, mobiliteit, events...), niet enkel over sectorale jeugdwerkondersteuning. In een geïntegreerde lokale beleidscontext waar de verplichting van andere sectorale raden niet meer bestaat, is vooral de breed georiënteerde categoriale jeugdraad van belang.
  • Methodisch gezien moet de jeugdraad vrijheid hebben om te werken met nieuwe inspraakvormen: digitale bevragingen en tools, themacafés, ambassadeurs die jongeren gaan interviewen op scholen, enz.
  • Bataljong pleit ook voor enkele minimale procedures bij advisering en voor een garantie dat -ondanks de bredere insteek en samenstelling van de jeugdraad- ook het meer specifieke jeugdwerkbeleid in dialoog met de jeugdverenigingen gebeurt (algemene en specifieke subsidiëring, jeugdinfrastructuur, enz.).

Subsidieer en ondersteun jeugdregio's

Intergemeentelijke samenwerkingen rond jeugdbeleid (oftewel 'jeugdregio's') zijn voor Bataljong een potentiële belangrijke aanvulling en versterking van het lokaal jeugdbeleid. Wij pleiten voor verbeterde subsidiëring en ondersteuning van deze IGS'en (momenteel zijn er zo 6).

Concreet stellen we voor:

  • Inhoudelijke verruiming van jeugdwerk naar (breed) jeugdbeleid.
  • Lokale besturen vrij laten in de vorm waarin ze de IGS organiseren (dus niet enkel een projectvereniging toelaten).
  • Om de twee (of drie) jaar een instapmogelijkheid. Momenteel is dat 1x per 6 jaar.
  • Het instellen van een aparte projectenpot bovenlokaal jeugd.
  • Zorg voor een structurele ondersteuningsopdracht bij Bataljong.

3. Conceptnota - Wat is de verwachte impact op lokaal jeugdbeleid?

Update 13 december 2023

Verandering op Vlaams niveau, heeft uiteraard ook weerslag op lokaal jeugdbeleid. Uit het deze voorbije zomer goedgekeurde conceptnota kunnen we al één en ander afleiden.

Verplichting van de lokale jeugdraad blijft

Gekoppeld aan bredere participatie van kinderen en jongeren aan het lokale beleid, blijft de inrichting van de lokale jeugdraad als belangrijk instrument om die participatie mee te organiseren decretaal verankerd. Er is debat over welke artikels worden opgenomen rond de samenstelling en procedures. Een afweging tussen enerzijds lokale autonomie, anderzijds het belang van participatie van kinderen en jongeren, en tot slot een decretale inhaalbeweging die aansluit bij de huidige praktijk van lokale beleidsvoering en snel evoluerende categoriale jeugdraden.

IGS'en jeugd

Wat leren we uit de conceptnota?

  • De gevraagde verbreding van 'jeugdwerk' naar '(breder) jeugdbeleid' is opgenomen.
  • De verruiming van enkel subsidiëring voor projectvereniging naar ook andere juridische vormen. Zo kunnen ook dienstverlenende verenigingen subsidies aanvragen. Bataljong pleit hierbij ook voor potentiële subsidies voor ILV's (interlokale vereniging). 
  • De periode voor subsidies blijft gekoppeld aan de legislatuur, en blijft dus om de 6 jaar aan te vragen.

Bovenlokale WMKJ's

De belangrijkste vermeldingen die we zien in de conceptnota.

  • Krijgen een Vlaamse erkenning en basissubsidie via een modulesysteem (zoals het landelijk jeugdwerk dat al kent).
  • Kunnen een beleidsnota indienen voor extra subsidies gekoppeld aan hun strategie.
  • De subsidiëring zal gebeuren voor de signaal- en brugfunctie van de WMKJ's.

Er is nog debat over een minimaal aantal VTE inhoudelijke tewerkstelling als bijkomende subsidievoorwaarde. Bataljong pleit voor een lage VTE-drempel om te vermijden dat enkel de grote WMKJ’s nog groter worden, en om ervoor te zorgen dat ook werkingen in minder sterk verstedelijkte gebieden ondersteund kunnen worden. Daar hebben lokale besturen niet de draagkracht om al heel wat VTE’s te préfinancieren, maar hebben de kwetsbare kinderen en jongeren evenveel recht op vrije tijd.

Bovenlokale open jeugdwerkinitiatieven

  • De term verandert van 'jeugdhuizen' naar 'open jeugdwerk'. Daarmee bedoelt men: jeugdhuis, jeugdcentra, jeugdclubs en vrijwilligerswerking die dezelfde methodiek gebruiken.
  • De erkenning en basissubsidie van het open jeugdwerkinitatief moet van het lokaal bestuur komen. 
  • Vlaanderen zorgt voor meerjarige thematische projectsubsidies (momenteel zijn dit de thema's artistieke expressie, sociale cohesie en ondernemerschap).

Decretale opdracht van Bataljong

Bataljong is een bovenbouworganisatie. Onze Vlaamse opdrachten worden ook decretaal verankerd. De omschrijving van onze opdracht krijgt een update.

  • De 'ondersteuning van jeugddiensten' verruimt naar de ondersteuning van lokaal jeugdbeleid via jeugdambtenaren en schepenen van jeugd.
  • Er komt een expliciete vermelding in de decretale opdracht van 'de ondersteuning van de participatie van kinderen en jongeren aan het lokaal jeugdbeleid.'

4. Tweede voorontwerp decreet - Wat is de verwachte impact op lokaal jeugdbeleid?

Update 5 april 2023: de Vlaamse Regering geeft opnieuw haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van het Jeugddecreet, met enkele wijzigingen aan het voorontwerp.

Waar staan we vandaag?

  • 27 januari 2023: Vlaamse Regering keurde een eerste voorontwerp van het geïntegreerd jeugddecreet goed, met een bijbehorende memorie van toelichting.
  • Februari - Maart 2023: deze instanties gaven vervolgens advies op het voorontwerp van het decreet:
    • de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens
    • de Strategische Adviesraad Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC)
    • de Vlaamse Jeugdraad
    • de Vlaamse adviesraad Handicap
  • 31 maart 2023: Op basis van deze adviezen hecht de Vlaamse Regering nu een tweede keer haar principiële goedkeuring aan dit voorontwerp van Jeugddecreet. Hier en daar werden wijzigingen aan het voorontwerp doorgevoerd. Hier zijn de documenten te raadplegen.
  • Wat zijn de volgende stappen?
    • Over dit voorontwerp dient de Raad Van State nu advies te geven binnen de 30 dagen.
    • Daarna volgt een goedkeuring van het ontwerp van decreet door Vlaams Parlement (voorzien: juli 2023)
    • Uitwerken en goedkeuring uitvoeringsbesluit (maart - december 2023).

Verplichting van de lokale jeugdraad blijft (artikel 48 en 49)

  • Gekoppeld aan bredere participatie van kinderen en jongeren aan het lokale beleid, blijft de inrichting van de lokale jeugdraad als belangrijk instrument om die participatie mee te organiseren decretaal verankerd en dus verplicht
  • Er werd weinig gewijzigd aan hoe het voorheen in het decreet lokaal jeugdbeleid stond. 
    • Elke gemeenteraad moet een jeugdraad oprichten of een bestaande jeugdraad erkennen met het oog op inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, in het bijzonder met het meerjarenplan. 
    • Jeugdraden kunnen op eigen initiatief advies uitbrengen. Dit advies is niet bindend. Het college van burgemeester en schepenen motiveert bij beslissingen waarom het adviezen maar gedeeltelijk of niet volgt. 
    • Er staan bepalingen in het over hoe de jeugdraad kan samengesteld worden. 
      • Kunnen lid worden van de jeugdraad: kinderen en jongeren uit de gemeente, gecoöpteerd door de jeugdraad en afgevaardigden van lokale jeugdwerkinitiatieven. 
      • Mogen geen lid worden van een jeugdraad: politieke mandatarissen en personeelsleden van het lokaal bestuur.. 
      • Het lidmaatschap van de jeugdraad kan niet als voorwaarde voor lokale subsidiëring worden gesteld.
  • Voor de jeugdraad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in Brussel zijn er aparte bepalingen (artikel 49)

Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden jeugd (artikel 38)

  • De gevraagde verbreding van 'jeugdwerk' naar '(breder) jeugdbeleid' is opgenomen.
  • De verruiming van enkel subsidiëring voor projectvereniging naar ook andere juridische vormen. Zo kunnen ook dienstverlenende verenigingen subsidies aanvragen. 
  • De periode voor subsidies blijft gekoppeld aan de legislatuur, en blijft dus om de 6 jaar aan te vragen. De eerstvolgende keer is in 2026. Dan zal de IGS ook moeten voldoen aan de bepalingen van het Regiodecreet. Bataljong was vragende partij voor meer indienmomenten, maar dit is niet gevolgd. 
  • In verschillende adviezen werd gevraagd naar een duidelijke ondersteuner voor intergemeentelijke samenwerkingen jeugd, zijnde Bataljong. Dit werd niet letterlijk toegevoegd aan de decretale opdracht van Bataljong (artikel 12). Wel wordt er geargumenteerd dat dit ondervangen wordt in de memorie van toelichting: "In het kader van verlengd lokaal bestuur wordt ook samenwerking tussen lokale besturen die het lokaal jeugdbeleid kan versterken, ondersteund."

Bovenlokale werkingen voor kinderen en jongeren met een handicap (artikel 34)

  • Deze geprofessionaliseerde werkingen moeten een bovenlokale werking (het lokale gemeentelijke belang overstijgend en niet gericht op de gehele Vlaamse Gemeenschap) hebben die in hoofdzaak gericht is op kinderen en jongeren met een handicap. Ook inclusieve initiatieven worden gestimuleerd, waarbij kinderen en jongeren met en zonder een handicap elkaar kunnen ontmoeten en samen vrijetijdsactiviteiten beleven. 
  • De jeugdvereniging moet bovendien werkgever zijn van minstens twee voltijdse inhoudelijke werknemers, die door middel van een andere subsidie worden gefinancierd, bijvoorbeeld een subsidie van het lokaal bestuur. In het eerste voorontwerp was hier sprake van 3 VTE, maar dit is verlaagd naar 2 VTE. Ook mogen die nu gefinancierd worden met eventuele andere subsidies binnen de Vlaamse Overheid. 
  • Deze werkingen moeten voldoen aan een modulesysteem (hetzelfde systeem dat Vlaams erkende jeugdwerkorganisaties ook kennen). Deze werkingen realiseren minstens 3 modules. De jeugdvereniging kan kiezen voor drie modules ‘activiteitenaanbod voor de jeugd’, of twee modules ‘activiteitenaanbod voor de jeugd’ in combinatie met een module ‘vorming van jeugdwerkers'.

Bovenlokale WMKJ's (artikel 35)

  • Deze geprofessionaliseerde werkingen moeten een bovenlokale werking (het lokale gemeentelijke belang overstijgend en niet gericht op de gehele Vlaamse Gemeenschap) hebben die in hoofdzaak gericht op kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie, de maatschappelijke participatie van deze kinderen en jongeren moeten stimuleren, en de maatschappij moeten sensibiliseren over mechanismen die afbreuk doen aan hun rechten. Ook inclusieve initiatieven worden gestimuleerd, waarbij kinderen en jongeren die in verschillende maatschappelijke contexten opgroeien elkaar kunnen ontmoeten en samen vrijetijdsactiviteiten beleven.
  • Deze werkingen moeten voldoen aan een modulesysteem (hetzelfde systeem dat Vlaams erkende jeugdwerkorganisaties ook kennen). Deze werkingen realiseren minstens 3 modules. De jeugdvereniging kan kiezen voor drie modules ‘activiteitenaanbod voor de jeugd’, of twee modules ‘activiteitenaanbod voor de jeugd’ in combinatie met een module ‘vorming van jeugdwerkers'.
  • De jeugdvereniging moet tot slot werkgever zijn van minstens drie voltijdse inhoudelijke werknemers, die aldus door een andere instantie dan de Vlaamse overheid worden gefinancierd, bijvoorbeeld het lokaal bestuur.
    • Dit is minder dan de acht voltijdse equivalenten die deze jeugdverenigingen moeten aantonen in het kader van hun huidige subsidiëring.
    • Dit maakt het mogelijk dat ook andere organisaties dan de huidige gesubsidieerde jeugdverenigingen een erkennings- en subsidieaanvraag indienen, wat de geografische spreiding van gesubsidieerde initiatieven kan vergroten.

Bovenlokale open jeugdwerkinitiatieven (artikel 43)

  • Het begrip jeugdhuizen wordt in overleg met de jeugdhuissector verruimd tot open jeugdwerkingen.

    • Het gaat om jeugdwerk georganiseerd door en voor jongeren van veertien tot en met dertig jaar waarvan de activiteiten plaatsvinden op publiek toegankelijke plaatsen, met inbegrip van plaatsen die afgesloten en overdekt zijn.

    • Hiermee worden zowel jeugdhuizen bedoeld, als andere jeugdorganisaties die de jeugdhuismethodiek gebruiken, zoals jeugdcentra, jeugdclubs en jongerenwerkingen.

    • Deze werkvormen kenmerken zich door de focus op open ontmoeting waar tevens een minder stringente vorm van lidmaatschap speelt.

  • Er worden projectsubsidies toegekend voor een periode van 3 jaar. De open jeugdwerkinitiatieven moeten inspelen op prioriteiten van het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP).
  • De vereniging moet minstens een halftijdse inhoudelijke medewerker tewerkstellen (veelal gefinancierd door het lokaal bestuur).

Vlaamse Gemeenschapscommissie Brussel (artikel 47, 49 en 70)

  • Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet de Vlaamse Gemeenschapscommissie om de vijf jaar een beleidsplan opmaken waarin ze beschrijft hoe ze uitvoering zal geven aan de decretaal bepaalde opdracht.
    • Het decreet bepaalt evenwel niet langer zelf de beleidsprioriteiten voor het te voeren jeugdbeleid en het jeugdwerk.
    • De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan deze prioriteiten voor haar jeugdbeleid zelf bepalen.
    • De Vlaamse Gemeenschapscommissie behoudt de subsidie voor de beleidsperiode die loopt van 2021 tot en met 2025. De volgende beleidsperiode loopt van 2026 tot en met 2030. De subsidieaanvraag moet uiterlijk op 15 januari 2026 worden ingediend.
  • Voor de jeugdraad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in Brussel zijn er aparte bepalingen (artikel 49)

Decretale opdracht van Bataljong (artikel 12)

Bataljong is een bovenbouworganisatie. Onze Vlaamse opdrachten worden ook decretaal verankerd. De omschrijving van onze opdracht krijgt een update. Bovenbouworganisaties worden in het nieuwe decreet 'intermediaire organisaties genoemd'.

  • Er worden voor Bataljong drie kernopdrachten omschreven: praktijkontwikkeling, praktijkondersteuning en informeren over lokaal jeugdbeleid.
  • De 'ondersteuningsorganisatie van gemeentelijke jeugddiensten' wordt in het decreet geactualiseerd en verruimd tot een 'ondersteuningsorganisatie van de participatie van kinderen en jongeren aan het lokaal jeugdbeleid, van lokale jeugdambtenaren en van schepenen bevoegd voor jeugd'.
  • Bataljong blijft een ledenorganisaties voor lokale besturen.
    • Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan lid blijven van de vereniging.
    • Ook lokale besturen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad kunnen lid worden.
    • Minstens de helft van de Vlaamse lokale besturen en lokale besturen uit het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad moet lid zijn. 
  • Een expliciete opdracht rond ondersteuning voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS'en) jeugd werd niet toegevoegd aan het decreet. Wel wordt er geargumenteerd dat dit ondervangen wordt in de memorie van toelichting: "In het kader van verlengd lokaal bestuur wordt ook samenwerking tussen lokale besturen die het lokaal jeugdbeleid kan versterken, ondersteund."
Sprangers
Jurgen
Directeur
03 821 06 03
Verlinde
Tieme
Coördinatie breed jeugdbeleid
03 821 06 04

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong

Nieuwsbrief