Werken aan kindvriendelijkheid is goed voor iedereen
Met je stad of gemeente werken aan kindvriendelijkheid verbindt mensen, verweeft strategieën en verknoopt plannen. Het is een krachtig instrument voor een warmere samenleving en meer cohesie op verschillende fronten.
Op 24 juni overhandigde kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens het label Kindvriendelijke Stad of Gemeente aan 22 laureaten. Dat label, een beoordeling door experten, biedt sterke hefbomen om over alle domeinen en bevoegdheden heen een kindvriendelijk beleid te maken waar iedereen in de gemeenschap beter van wordt. Want kindvriendelijk is mensvriendelijk.
Kindvriendelijkheid verbindt, verweeft en verknoopt
Gemeentebreed kindvriendelijk beleid maken, brengt mensen samen en verenigt hen rond een gemeenschappelijk doel. Het verbindt medewerkers en diensten uit verschillende beleidsdomeinen met elkaar. ‘Diensten en partners die samen met dezelfde visie aan projecten werken, worden nu echte partners in een kind- en jeugdvriendelijk beleid op alle levensdomeinen,’ zegt algemeen directeur van Boom Lize Van Dijck. ‘Zo kun je krachten bundelen en projecten of beleidsbeslissingen nemen die meer kwaliteit hebben.’ Het zorgt er bovendien voor dat plannen en strategieën die ogenschijnlijk los van elkaar staan, verweven en verknoopt geraken. Ook in Asse ondervindt het departementshoofd Vrije Tijd en Onderwijs Carolien De Ryck dat dankzij het label de plannen sterker werden. ‘We konden een aantal beleidsplannen die in opmaak waren, samenbrengen en strategisch verankeren met een kind- en jeugdvriendelijke bril. Het kindvriendelijke verhaal gold als een verbindende laag voor alle beleidsdomeinen.’
Ook verbindt het partners én gemeenten
Kindvriendelijkheid als lijm werkt niet enkel intern door. Ook extern ontstaat er verbinding met partners uit het middenveld, zoals onderwijs, politie en gezondheidszorg. ‘Als politie was het interessant om ook eens een andere rol te kunnen innemen en niet enkel vanuit repressieve hoek te kijken,’ zegt Frederik Vandecasteele, korpschef lokale politie Mira (Waregem). ‘De weg naar het label beantwoordde bij ons een behoefte om ook als politie eens op een andere manier samen te werken.’ Voor Griet De Vuyst, diensthoofd Huis van het Kind Denderleeuw maak je een maak je een 360°-benadering mogelijk door externe partners te betrekken, zoals scholen, de lokale politie, opbouwwerkers en het CGG. Zelfs intergemeentelijk zorgt de lijm ervoor dat mensen, projecten en plannen samenklitten. Jo Roggen, burgemeester Geetbets: “Het traject maakt je veel meer bewust van de diverse stakeholders en partners binnen de gemeente en in de regio. En van wat je voor elkaar kan betekenen in functie van het welzijn van onze kinderen.”
Kindvriendelijkheid als lijm tussen inwoners
Kindvriendelijkheid kan ook een lijm zijn tussen de inwoners van een stad of gemeente in al hun diversiteit: tussen jongeren en senioren, tussen inwoners uit het verstedelijkte centrum en de landelijke deelgemeenten of tussen groepen van verschillende etnisch-culturele achtergronden. Kindvriendelijk beleid is erop gericht de diversiteit tussen mensen te herkennen en erkennen, zodat duurzaam samenleven mogelijk wordt. ‘Een Kindvriendelijke Stad streeft naar inclusiviteit en gelijkheid,’ zegt Robin Lemant, spoc werkgroep Mentaal Welzijn in Izegem: ‘ Via verschillende acties willen we de interactie tussen mensen met verschillende achtergronden en over generaties heen bevorderen, wat het gemeenschapsgevoel in de stad versterkt.’
Duurzaam en gedragen beleid
Kindvriendelijk beleid maken is vaak een beweging van adhoc-acties naar een omvattend plan. En dit alles gestoeld op een grondige analyse van cijfers en andere data. Het maakt dat beleid geen nattevingerwerk is, maar direct voortvloeit uit noden en tendenzen. ‘Om het label te behalen voer je een diepgaand onderzoek naar hoe kindvriendelijk je gemeente werkelijk is,’ zegt stafmedewerker algemeen directeur Glabbeek Thomas Ceusters. ‘Dat is een intensief, maar zeer leerrijk proces. De analyse, een evaluatie van de staat van kindvriendelijk beleid, stelt een bestuur in de mogelijkheid haar beleid onderbouwd bij te sturen. Zo weet je wat je goed doet, of wat je nog beter kan doen.’
Draagvlak voor kindvriendelijkheid is een belangrijke factor die bepaalt hoe duurzaam kindvriendelijk beleid is in een stad of gemeente. Zeker met het oog op een legislatuurwissel aan het einde van dit jaar, is een stevig politiek en ambtelijk draagvlak voor kindvriendelijk beleid onmisbaar. ‘Daarom is het belangrijk verder te kijken dan de eigen legislatuur,’ zegt Faye Van Impe, schepen van Jeugd in Hoogstraten. ‘Niet alleen maak je zo duurzaam beleid, maar het verhoogt ook de kans dat het kindvriendelijke estafettestokje blijft doorgegeven worden, los van personeels- of politieke wissels. Daarom is het essentieel dat je niet alleen duurzame zaadjes plant, maar ook een aantal stevige bomen die niemand kan negeren: projecten die doordrongen zijn van de geest van Kindvriendelijke Gemeente, waar de beleidsmakers van morgen niet omheen kunnen.’
Via permanente dialoog
Een Kindvriendelijke Stad of Gemeente erkent kinderen en jongeren als volwaardige medeburgers en zet participatie centraal. Het bestuur luistert actief. Wat kinderen en jongeren te vertellen hebben, krijgt een duidelijke plek in het beleid. Kinderen en jongeren op die manier benaderen en erkennen werkt enorm versterkend. Daarvoor moet je de controle durven loslaten weet Liesbeth Bardyn, schepen van Jeugd in Stabroek: ‘We hebben al snel de neiging om als volwassenen onze kinderen bij de hand te nemen en hen te leiden naar het doel dat wijzelf voor ogen hebben. Maar dat is niet wat een Kindvriendelijke Gemeente belichaamt. Soms ben je als politieker of jeugdambtenaar blind voor wat een kind ziet, wenst of nodig heeft. Pas door de controle los te laten geef je ruimte aan kinderen en jongeren om echt te participeren. En dan pas komen de meest bijzondere ideeën boven.’
Alle participatie-initiatieven zijn waardevol. Maar een Kindvriendelijke Stad of Gemeente is er zich van bewust dat ze met die initiatieven niet iedereen bereikt. Andersgeorganiseerde kinderen en jongeren en kinderen en jongeren in kwetsbare situaties komen meer drempels tegen. En toch is ook hun stem van tel. In Overijse vindt diensthoofd Sociale Dienst Els Vanbilloen dat er andere vormen van participatie nodig zijn. ‘We moeten outreachend blijven werken naar kwetsbare gezinnen. We zien dat het besef nu al bij verschillende gemeentelijke diensten groeit om in de dienstverlening attent te zijn voor het bereiken van gezinnen in kwetsbare situaties.’
Álle kinderen en jongeren in de scope
Een Kindvriendelijke Stad of Gemeente is er voor álle kinderen en jongeren. Non-discriminatie is een van de leidende principes in het Kinderrechtenverdrag. Kinderen en jongeren die minder kansen krijgen of die op allerhande gebieden drempels ervaren, verdienen een aangepaste aanpak. Je kan als stad of gemeente enkel oprecht kindvriendelijk zijn als je ervoor zorgt dat niemand uit de boot valt. Dat weten ze in Genk, de smeltkroes van diverse culturen. Karel Kriekemans is er schepen van Jeugd, voor hem staan wederzijds respect en verbinding centraal. ‘Genk wil een stad zijn waar alle kinderen én jongeren zichzelf kunnen zijn, waar ieder van hen zich goed voelt en kan opgroeien in een veilige en aantrekkelijke omgeving. We dragen als stad de kinderrechten uit en borgen deze doorheen het volledige beleid. Daarbij leggen we een belangrijke nadruk op het keren van kinder(kans)armoede.’
Blijvend leerproces
Kindvriendelijkheid is nooit af. Het is een blijvend leerproces. Experimenteren, vallen en opstaan is zowat de essentie. Altijd vanuit een constructieve en verbindende kindvriendelijke visie op de samenleving. Werken aan kindvriendelijkheid is je kwetsbaar durven opstellen. Enkel door je uitdagingen, je sterktes en zwaktes eerlijk onder ogen te zien, kan je groeien. Goele Van De Beek, maatschappelijk assistent Sociale Dienst Dilsen-Stokkem zegt dat zij en haar collega’s gemotiveerd waren om met een vergrootglas en kritische blik te kijken naar wat kinderen en jongeren in Dilsen-Stokkem nodig hebben om goed omringd op te groeien. We hebben het traject aangegrepen als hefboom om het beleid naar kinderen en jongeren breed open te trekken. Het was een verrijkend proces op vele vlakken.’
Zelf als stad of gemeente een traject opstarten?
Steden en gemeenten kunnen zich om de twee jaar kandidaat stellen. Het label is zes jaar geldig. Een jury van experten in kinderrechten, lokaal beleid en de leefwereld van kinderen en jongeren geeft een beoordeling. Wil je meer info of achtergrond over de visie en werking achter Kindvriendelijke Steden & Gemeenten? Kijk op kindvriendelijkestedenengemeenten.be.
Heb je als stad of gemeente interesse om een traject naar het label op te starten? Contacteer Tieme voor een gratis en vrijblijvend intakegesprek.
Tekst: Jimmy Wertelaers