fbpx Rondhangen in de publieke ruimte | Bataljong Overslaan en naar de inhoud gaan

Rondhangen in de publieke ruimte

Home»Boost je kennis»Brede jeugdreflex»Breed jeugdbeleid»Rondhangen in de publieke ruimte

Jonge inwoners in/en de publieke ruimte

Een pleidooi voor rondhangen

Publicatiedatum: 1 maart 2023

Rondhangen is oké. Rondhangen is een recht voor alle inwoners in de gemeente. Voor veel tieners en jongeren is het een essentieel deel van hun ontwikkeling. Toch wordt rondhangen vaak gezien als een probleem, bijvoorbeeld door buurtbewoners. Wij herwerkten onze visietekst over ‘jongeren in/en de publieke ruimte’. We willen dat rondhangen voor lokale besturen normaal is én dat ze het stimuleren. Lees ons pleidooi voor ‘hangjongeren’. 

Deze tekst en webpagina kwam tot stand in samenwerking met de gewaardeerde medewerking van experts en partnerorganisaties (Uit De Marge, Arktos, Goe Gespeeld, Kind & Samenleving, AP Hogeschool, Hogent, Universiteit Antwerpen en het LiSS). Dit alles kwam ook verscheidene malen aan bod op onze commissie breed jeugdbeleid.

Tien jaar geleden hielden tien organisaties uit het bredere jeugdveld onder de noemer ‘de Hangman(1) een pleidooi voor een gedeelde openbare ruimte waar kinderen en jongeren welkom zijn: Arktos, Formaat, Kruispunt MigratieIntegratie, LiSS, SAM vzw (VLASTROV), Kind & Samenleving, Bataljong (VVJ), De Ambrassade (Steunpunt Jeugd), De Vlaamse Jeugdraad en Uit De Marge. Dit onder coördinatie van VVJ (het toenmalige Bataljong). In de ontwikkeling van de webpagina en visietekst wordt uiteraard verdergewerkt op de inzichten van toen. 

Snel naar...

  1. Wat is rondhangen?
  2. Waarom zou je rondhangen stimuleren als lokaal bestuur?
  3. Maak publieke ruimte echt publiek
  4. Rondhangbeleid is meer dan overlastpreventie
  5. Wie kan hiermee aan de slag?
  6. Vijf handvatten voor een straf rondhangbeleid

1. Wat is rondhangen?

Jonge inwoners gebruiken de publieke ruimte intensief 

Volwassenen gebruiken de publieke ruimte voor ontmoetingen, ontspanning, verplaatsingen… Ook kinderen en jongeren spelen en sporten in de publieke ruimte, ontmoeten er elkaar om te babbelen, maken er gebruik van de faciliteiten of wachten er – op elkaar, op het openbaar vervoer... Bij kinderen heet dit dan meestal ‘spelen’. Bij tieners en jongeren kleven volwassenen daar nogal snel de term ‘rondhangen’ op.  

Bij tieners en jongeren ligt het gebruik van de publieke ruimte vaak hoog. Dit omdat ze (nog) geen eigen privéruimte ter beschikking hebben, waar ze helemaal zelf controle over hebben en waar ze zich aan het toeziend oog van ouders of opvoeders kunnen onttrekken. 

Unsplash - Priscilla Du Preez

Rondhangen is vrije tijd doorbrengen in publieke of semipublieke ruimte, in een ongeorganiseerde context en in zelf gekozen groepen. Het is van buitenaf niet altijd zichtbaar wat de drijfveer precies is, maar voor de groep, de gebruikers zelf is er wel degelijk een betekenisverlening aan de activiteit.(1)

Sociale, pedagogische en ruimtelijke betekenis van rondhangen

Deze betekenisverlening gebeurt op drie manieren(2).

Inhoud
Sociale betekenis

De groep biedt veiligheid en geeft richting aan gedrag en persoonlijke identiteit. Binnen die veilige omgeving krijgen jongeren de kans om sociale en communicatieve vaardigheden te oefenen en hun identiteit te ontwikkelen.

Pedagogische betekenis

De publieke ruimte is één van de weinige settings waar de controle van volwassenen minimaal is. Dat maakt van rondhangen de ideale activiteit om zelf vorm te geven aan hun plek in de gemeenschap, om eigen waarden en normen te vormen en te experimenteren met grenzen. Zo draagt rondhangen bij tot meer autonomie en is het ook een expressiemiddel van het streven naar autonomie. Rondhangen werkt emanciperend. 

Ruimtelijke betekenis

Jongeren zoeken naar plekken die aan bepaalde eisen of noden voldoen. Die plek kan een uitvalsbasis zijn, een rustige plek om te babbelen, of net een avontuurlijke plek waar altijd wel iets te beleven valt. Ook de nood om te zien en gezien te worden, bepaalt mee de keuze van een plek. Een winkelcentrum voldoet meer aan die nood dan een steiger langs een afgelegen rivier. De keuze voor een locatie is een duidelijk signaal. De kunst bestaat erin deze noden op te pikken en er je beleid op af te stemmen.  

Kwalitatieve publieke ruimte

Om het fenomeen rondhangen goed te kunnen begrijpen, zoomen we even uit naar de setting waarin het plaatsvindt: de publieke ruimte.

In essentie is publieke ruimte die ruimte die voor iedereen vrij toegankelijk is, waarop iedereen beroep kan doen, die van de gehele bevolking hoort te zijn.

Als we spreken over kwalitatieve publieke ruimte, dan zien we drie lagen(3) waarmee rekening gehouden moet worden. Deze drie lagen zijn steeds met elkaar verbonden en spelen in op elkaar. 

Inhoud
Fysieke laag
  • Kunnen jonge inwoners hier aanwezig zijn? Zijn er veilige routes naar die plekken? Zijn er faciliteiten om elkaar te ontmoeten (bankjes, vuilnisbakken, wifi…)? 
  • Deze laag focust op aanleg en inrichting. 
Belevingslaag:
  • Willen jonge inwoners hier zijn? Is de plek aantrekkelijk? Hebben ze het gevoel dat ze er hun ding kunnen doen?    
  • Deze laag focust op ervaringen en beleving. 
Laag van machtsverhoudingen
  • Mogen jonge inwoners hier aanwezig zijn? Hebben ze het gevoel dat ze er welkom zijn? Worden ze door andere gebruikers weggestuurd? Durven ouders of andere opvoedingsverantwoordelijken hun kinderen naar deze plek te laten komen?  
  • Deze laag focust op sociale verhoudingen, normen en gedragsregels die aan een plek verbonden worden. 

2. Waarom zou je rondhangen stimuleren als lokaal bestuur?

We sommen drie argumenten op.

  1. Mogen vertoeven in de publieke ruimte, is een recht voor alle kinderen en jongeren. Het recht op rust en ontspanning (kinderrechtenverdrag artikel 31) impliceert dit. Als overheid heb je de verantwoordelijkheid om kwalitatieve en toegankelijke publieke ruimtes te voorzien, waarin verschillende groepen aanwezig kunnen en mogen zijn. 

  2. Thuis- en woonsituatie bepalen ook mee de nood aan publieke ruimte. Wie beperkter behuisd is en geen tuin heeft, gebruikt de publieke ruimte intensiever.  

  3. Openbare ruimte waar sterk ingezet wordt op het publieke karakter verhoogt de kansen op interculturele en intergenerationele contacten. Bovendien leidt het tot een veel sterkere verbondenheid met de samenleving en de democratie. 

“Uit bepaalde interviews blijkt dat jongeren zich door het rondhangen dichter bij de samenleving betrokken voelen, meer groepsgevoel hebben en het gevoel hebben dat ze kunnen tonen wie ze zijn aan de brede samenleving.”
Shana Sabbe
Lector eCO-CITY

3. Maak publieke ruimte echt publiek

De beschikbare ruimte wordt steeds schaarser. Infrastructuur en verdichting maken de beschikbare hoeveelheid publieke ruimte schaars. De ruimte die er wel nog is wordt sterk ingezet in functie van verplaatsingen. Publieke ruimte lijkt louter doorgangsruimte te worden. Verblijfs- en ontmoetingsruimte raakt daardoor ondergesneeuwd(4). De verblijfs- en ontmoetingsruimte die er wel nog is, is bovendien ongelijk verdeeld. Dichtbebouwde – en vaak armere – buurten hebben minder publieke ruimte ter beschikking, terwijl buitenwijken en landelijke gebieden vaak wél nog beroep kunnen doen op grote en mooie publieke verblijfsruimtes. Een historisch probleem waar gelukkig stilaan wel meer aandacht aan besteed wordt.

Publieke ruimte wordt vaker voorgestructureerd voor bepaalde functies. Zo krijg je het idee dat skaten enkel kan op een skatepark of spelen in een speeltuin. Een idee dat niet altijd strookt met de noden of wensen van de gebruikers.(5)

Naast de schaarste van de beschikbare ruimte zien we ook een tendens naar steeds meer privatisering. Denk aan uitbreiding van terrassen of verhuur van zitfaciliteiten op het strand. Gebruik kunnen maken van bepaalde plekken wordt hierbij verbonden aan voorwaarden, bijvoorbeeld het moeten consumeren.(6)

Er is dan ook nood aan een doordacht en geïntegreerd ruimtebeleid...

  • ... waarin rekening gehouden wordt met de verschillende noden en behoeften van gebruikers, van kinderen en jongeren,
  • ... waarin rekening gehouden wordt met de machtsverhoudingen die het publieke karakter van publieke ruimte beïnvloeden
  • ... waarin verschillende functies gecombineerd worden
  • ... dat vorm gegeven wordt in samenspraak met verschillende gebruikers, dus ook met kinderen en jongeren
  • ... dat ontmoeting tussen perspectieven, visies en groepen stimuleert en faciliteert
  • ... dat inzet op beheer van ruimte, niet op het beheer van groepen in ruimtes
“Publieke ruimte is namelijk nooit neutraal of onschuldig. Het publiek zijn van publieke ruimte houdt in dat ontzettend veel mensen hun eigen, uiteenlopende betekenissen aan deze plekken geven.
De rustplek voor de ene is een speelplek voor een ander. De doorgangsplek tussen thuis en werk voor de meerderheid is een noodzakelijke ontmoetingsplek voor wie thuis te weinig mentale of fysieke ruimte heeft.”
Marjan Moris
KU Leuven
Unsplash - Parker Gibbons

4. Rondhangbeleid is meer dan overlastpreventie

Objectief en subjectief

Rondhangen heeft (onterecht) een negatieve connotatie en wordt bijna standaard geassocieerd met overlast(7), een begrip waarin perceptie en omstandigheden een bepalende rol spelen.  

  • Enerzijds zijn er de objectieve aspecten van overlast die altijd en overal een negatieve invloed hebben, denk aan zwerfvuil, vandalisme,…  
  • Anderzijds zijn er de subjectieve elementen die sterk afhankelijk zijn van persoonlijke voorkeuren, interpersoonlijke dynamieken en de setting van de gebeurtenissen. Denk aan het spelen van muziek, gras maaien of rondcruisen op een elektrische step. Die activiteiten zijn op zich geen overlast, maar kunnen wel als dusdanig ervaren worden op bepaalde tijdstippen, in drukke buurten of door het herhaaldelijk plaatsvinden. 

Wanneer rondhangen als overlast wordt gezien, gaat het in grote mate over de subjectieve aspecten. De objectieve overlast valt slechts in een minderheid van de gevallen voor. Vaak pikken klassieke en sociale media net die situaties op en zo versterken en legitimeren ze de negatieve beeldvorming van rondhangende jongeren. De overgrote meerderheid van de jongeren in de publieke ruimte betaalt de tol voor het onaanvaardbaar gedrag van enkelen.  

Proactief en positief

Die negatieve spiraal doorbreken is belangrijk, om een win-winsituatie creëren voor alle betrokkenen. Rondhangbeleid gaat dus veel verder dan overlastpreventie. Werk vanuit een proactieve en positieve insteek. Zet in op de positieve aspecten van rondhangen en op een positieve beeldvorming van jongeren en rondhangen. Rondhangende jongeren verdienen de kans om met een positief verhaal naar buiten te komen en contact te leggen met de omgeving. 

Wat dan met grensoverschrijdend gedrag? 

Een positief beleid voeren rond rondhangen betekent niet dat niet mag opgetreden worden tegenover fout gedrag. Het betekent wel dat dit grensoverschrijdend gedrag en rondhangen niet automatisch aan elkaar wordt gekoppeld. 

Grenzen aftasten – en soms overschrijden – maakt deel uit van het ontwikkelingsproces in de adolescentie. De mate waarin en het soort gedrag verschilt sterk tussen individuen. In de criminologie spreekt men van “leeftijdsgebonden delinquentie”, om te benadrukken dat het om gedrag van voorbijgaande aard gaat en om het te kaderen binnen dat proces van experimenteren, ontdekken en grenzen aftasten. Dit soort gedrag wordt bovendien beïnvloed door groepsdynamieken. 

Het is dan ook belangrijk dat dit gedrag vooral vanuit een herstelgerichte benadering wordt aangekaart en niet vanuit een criminaliserende reflex. Gebruik voorvallen van leeftijdsgebonden delinquentie als pedagogische kans en niet als een strikt juridisch feit.

5. Wie kan hiermee aan de slag? 

Een plek creëren voor jongeren in de publieke ruimte is een uitdaging die zich niet enkel beperkt tot de jeugdambtenaar en de schepen van jeugd. Kinderen en jongeren leven niet op een eiland, ook niet in de publieke ruimte. Het recht op ruimte is er dan ook één waar samen met een diversiteit aan actoren aan gewerkt moet worden.
Publieke ruimte laat zich niet opdelen in hokjes, in jeugdreservaten, zestigplussersbanken en speelplekken. Ook de verantwoordelijkheid en invloed op publieke ruimte laat zich niet opdelen. Het bestuur, de jeugddienst, politie, de buurtbewoners, jongeren, de straathoekwerker, architecten, de groendienst, ... drukken allemaal hun eigen stempel. 

Het lokaal bestuur heeft als taak de diverse blikken in kaart te brengen en op te treden als regisseur van het geheel. Het bestuur brengt alle perspectieven van de betrokkenen samen, moedigt waar nodig dialoog aan en streeft daarbij naar een brede jeugdreflex.

brede jeugdreflex

Unsplash - James Sutton
Inhoud
Zie kinderen en jongeren als volwaardig deel van de samenleving
Werk vanuit een brede visie op samenleven en leefbaarheid
Maak werk van een doordacht en geïntegreerd beleid
Benut publieke ruimte optimaal
Investeer in het thema

Benieuwd naar de concrete invulling van deze handvatten? Ontdek ze in onze visietekst. 

Bronverwijzingen

  1. Van Ceulebroeck, N. (2011). De Hangman: over jongeren in het straatbeeld. Brussel: Politeia en https://dehangman.be/dehangman
  2. Sacré, H. et al. (2016) werkten in de KIDS-GIDS deze driedeling ook uit voor de stad als geheel. Door die benadering vanuit sociale, pedagogische en ruimtelijke bril worden complexe lagen en dynamieken op een plek zichtbaar
  3. De Visscher (2008). De sociaal-pedagogische betekenis van de woonomgeving. Gent: Academia Press en Marreel, M., Boonen, J. De Visscher, S. (2019).Kindvriendelijke stapelbouwomgevingen. HoGent en De Visscher (2012). Hoe publiek is publiek? Over de sociale beleving van ruimte. In De Hangman. N. Van Ceulebroeck (Ed). Brussel: Politeia.
  4. KeKi, (2021). Research on stage – Publieke ruimte. [audio podcast]. https://keki.mailchimpsites.com/
  5. Jacobs, J. (1993). The death and life of great American cities. Vintage Books.
  6. Moris, M. (2021, 6 december). ‘Wie het meest nood heeft aan publieke ruimte, heeft die het minst’. Sociaal.net. Retrieved from https://sociaal.net/achtergrond/sociale-ongelijkheid-in-publieke-ruimte/
  7. De Wilde, L., Vandenbroeck, M. & Vanobbergen, B. (2023). Een beeld van een kind. Inleiding in de pedagogiek. Gent: OWL Press.
De Haene
Jolijn
Netwerk Jeugdvriendelijk en breed jeugdbeleid
0470 95 06 19
Verlinde
Tieme
Coördinatie breed jeugdbeleid
03 821 06 04

Contacteer ons

Bataljong vzw
Ossenmarkt 3
2000 Antwerpen
03/821.06.06
info@bataljong.be

Volg Bataljong

Nieuwsbrief