"Wel-zijn is een werkwoord van elke dag"
"Wel-zijn is een werkwoord van elke dag"
Beleid rond mentaal welbevinden van kinderen en jongeren, waar begin je als je als jeugdambtenaar rond dit thema een opdracht krijgt? Wij spraken met Wout Justens, jeugdconsulent - regie Beleid in Brecht die de afgelopen twee jaar een heel waardevol traject aflegde.
Wat was de aanleiding om rond het thema mentaal welbevinden van kinderen en jongeren aan de slag te gaan?
Wout: "In de beleidsnota van de gemeente was ingeschreven dat we willen bekijken of we een jongerenwelzijnsorganisatie kunnen aantrekken voor onze gemeente. De Coronapandemie heeft dit thema alleszins nog een extra duwtje gegeven en hoger op de agenda geplaatst.
Ik startte daarom een vooronderzoek toegespitst op onze gemeente. Ik bracht lokale cijfers, (inter)nationaal onderzoek en signalen samen. Ik toetste mijn conclusies bij mijn collega’s van de jeugddienst, onze coördinator Vrije Tijd en de Welzijnsconsulente in het Sociaal Huis. Ik deed ook beroep op de expertise bij de jeugdconsulenten van de regio Noorderkempen en Voorkempen en Bataljong.”
Tot welke bevindingen kwam je?
Wout: "Het landschap van de jongerenwelzijnsorganisaties is omwille van historische redenen en specialisaties zeer versnipperd. Het is niet altijd even duidelijk waar jongeren en jeugdwerkers terecht kunnen voor vragen en expertise. Ze zijn zelf zoekende in centralisatie van expertise, drempelverlaging
en dienstverlening.
En als gemeente is het niet evident om je duidelijk op te stellen. Kiezen we voor preventie? Voor toeleiding naar therapeutische begeleiding? Voor informeren? Er zijn tal van mogelijkheden en combinaties mogelijk.
Daarnaast is jongerenwelzijn op zich al een containerbegrip. En ook mentaal welbevinden is een begrip dat verdere duiding behoeft, omdat het nogal breed en vaag is. Het is onlosmakelijk verbonden met tal van factoren die er invloed op uitoefenen. Het is van belang om de bepalende factoren in beeld te brengen waarop het bestuur zelf een impact kan uitoefenen."
Hoe ben je met je bevindingen aan de slag gegaan?
Wout: "De bevindingen goot ik in een nota Jongerenwelzijn die ik presenteerde aan ons bestuur en onze collega’s met als eerste doel om hen goed te informeren. Naast het informerende luik wilde de jeugddienst ook duidelijk maken dat het niet evident is om zich duidelijk op te stellen binnen het landschap rond jongerenwelzijn. Er moeten keuzes gemaakt worden. Met de nota was het ook onze bedoeling om onderbouwd een aantal mogelijke keuzes voor te leggen aan het bestuur."
Wat was voor jou de belangrijkste boodschap om over te brengen aan het lokaal bestuur vanuit je vooronderzoek?
Wout: "Welzijn is een werkwoord van iedere dag. We mogen welbevinden en geestelijke gezondheid niet tot de opdracht en verantwoordelijkheid van enkele gespecialiseerde diensten beperken. Alle kinderen en jongeren bouwen dagelijks aan hun welbevinden en veerkracht aan de hand van ervaringen en contacten die ze opdoen. Vanuit een preventieve en krachtgerichte insteek is het cruciaal voldoende aandacht te hebben voor een sterke basis en bijhorende beschermende factoren.
Als je als gemeente inzet op die sterke basis creëer je ook een breder draagvlak en meer slagkracht, daar ben ik van overtuigd. Nu preventief werken aan mentaal welbevinden zal ons in de toekomst voor die kinderen en jongeren veel werk besparen."
Welke specifieke beschermende factoren schoof je naar voor in je aanbevelingen?
Wout: "Het is van cruciaal belang om te blijven inzetten op een voor hen betekenisvolle vrijetijdsbesteding omdat het een belangrijke beschermende factor is voor je mentaal welbevinden. (jeugdwerk)organisaties ondersteunen en belangrijke netwerken versterken mogen we niet uit het oog verliezen.
Via de visie van een brede jeugdreflex ervoor zorgen dat alle beslissingen of projecten mee vanuit de bril van kinderen en jongeren worden bekeken. Dat wil zeggen dat zij of de expertise van de doelgroep via vertegenwoordiging (jeugdraad, jeugddienst, kindergemeenteraad, focusgroepen, …) betrokken worden bij alles wat betrekking heeft of kan hebben op deze doelgroep. Op deze manier creëer je een gedragen strategie waarbij de jongeren gehoord zijn en tegelijk positieve invloed ondervinden van het lokale beleid."
Waarvoor koos het lokale bestuur?
Wout: "Eerste concrete actie: samen met de communicatiedienst de bestaande organisaties bekender maken. Daarnaast bevestigden een focusgroep en interviews met lokale en regionale medewerkers van eerstelijnsorganisaties en een tweedelijnsorganisatie dat het cruciaal is om in te zetten op preventie en een specifiek jongerenwelzijnsbeleid. Nabijheid van eerstelijnsorganisaties is noodzakelijk om voldoende toegankelijk te zijn. We voeren gesprekken over hoe we hen kunnen faciliteren.
En de gemeente kiest voluit voor een breed geïntegreerd jeugdbeleid waarbij alle beleidsdomeinen betrokken worden en de brede jeugdreflex stap voor stap gerealiseerd wordt. Zo zijn we net gestart met het traject naar het Label Kindvriendelijke Gemeente."
Wat raad je aan aan andere steden en gemeenten?
Wout: "Ik ben ervan overtuigd dat elke context anders is. Een simpele vraag om in te zetten op een jongerenwelzijnsorganisatie kan uitmonden in een beslissing om in te zetten op een breed geïntegreerd jeugdbeleid. Neem dus de tijd om te bekijken welke aanpak het beste kan werken voor jouw stad of gemeente. Er is geen wondermiddel, en ook wij zullen nog moeten bekijken wat werkt en wat niet. Dat is net het fijne aan dit traject, het is een proces – geen einddoel, en constant onderhevig aan externe factoren. Durf vooral even die stap terug te zetten en te bekijken welke factoren van invloed kunnen zijn om datgene wat je eigenlijk wil verwezenlijken. Want, ik ben ervan overtuigd dat die jongerenwelzijnsorganisatie er op termijn zeker en zal vast komen in de gemeente. Maar dan wel op basis van een sterk onderbouwde en gedragen visie die bottom-up tot stand is gekomen."